Menselijk immunoglobuline (IG) wordt gebruikt voor IgG-vervangingstherapie bij primaire en secundaire immunodeficiëntie, voor preventie en behandeling van bepaalde infecties, en als immunomodulerend middel bij auto-immuun- en ontstekingsaandoeningen. IG heeft een breed spectrum van antilichamen tegen microbiële en menselijke antigenen. Er zijn ook verschillende hoog-getiterde IG’s beschikbaar die verrijkt zijn met antilichamen tegen specifieke virussen of bacteriële toxinen. IG kan intraveneus (IGIV), intramusculair (IGIM) of via subcutane infusies (SCIG) worden toegediend. Lokale bijwerkingen zoals aanhoudende pijn, bloeduitstortingen, zwelling en erytheem zijn zeldzaam bij IGIV-infusies maar komen vaak voor (75%) bij SCIG-infusies. Daarentegen zijn systemische bijwerkingen zeldzaam bij SCIG-infusies, maar vaak bij IGIV-infusies. Zij komen voor bij 20% tot 50% van de patiënten en bij 5% tot 15% van alle IGIV-infusies. Systemische bijwerkingen kunnen onmiddellijk optreden (60% van de reacties) binnen 6 uur na een infusie, vertraagd optreden (40% van de reacties) tussen 6 uur en 1 week na een infusie, en laat optreden (minder dan 1% van de reacties), weken en maanden na een infusie. Onmiddellijke systemische reacties zoals hoofd- en lichaamspijn, rillingen en koorts zijn gewoonlijk mild en gemakkelijk te behandelen. Onmiddellijke anafylactische en anafylactoïde reacties zijn ongewoon. De meest voorkomende vertraagde systemische reactie is aanhoudende hoofdpijn. Minder vaak voorkomende maar ernstigere vertraagde reacties zijn aseptische meningitis, nierfalen, trombo-embolie en hemolytische reacties. Late reacties zijn zeldzaam, maar vaak ernstig, en omvatten longaandoeningen, enteritis, dermatologische aandoeningen en infectieziekten. De soorten, de incidentie, de oorzaken, de preventie en de behandeling van deze reacties worden besproken.