Aix-en-Provence, stad, departement Bouches-du-Rhône, regio Auvergne-Rhône-Alpes, Zuid-Frankrijk, ten noorden van Marseille. De stad ligt op de vlakte op 1,6 km van de rechteroever van de Arc en op het kruispunt van de belangrijkste routes naar Italië en de Alpen.
De veroverende Romeinse proconsul Sextius Calvinus bouwde rond 123 v. Chr. in de vallei een enorm verschanst kamp met de naam Aquae Sextiae. In 102 v. Chr. verpletterde Marius de Teutonen in de Slag bij Aix. De stad werd achtereenvolgens geplunderd door de Visigoten, de Franken, de Longobarden en ten slotte door islamitische indringers uit Spanje. Als middeleeuwse hoofdstad van de Provence, bestuurd door de graven en hertogen van Anjou, bloeide Aix op als een centrum van geleerdheid en kunst. De universiteit, thans de Université d’Aix-Marseille, werd in 1409 gesticht en in 1413 bij pauselijke bul erkend. In 1486 ging de Provence over in handen van de Franse kroon en werd Aix de zetel van een parlement.
Noordelijk van de met bomen omzoomde cours Mirabeau ligt de oude stad, met Romeinse ruïnes en middeleeuwse bouwwerken rond de 11e-13e-eeuwse aartsdiocesane Saint-Sauveur kathedraal. Zuidwaarts ligt de “nieuwe” stad, rijk aan fraaie 17e- en 18e-eeuwse huizen, aan alle kanten omgeven door recente stedelijke groei. De mineraalrijke warmwaterbronnen, waarvan de Thermen Sextius het bekendst zijn, worden nog steeds gebruikt voor reumatische en vasculaire aandoeningen. Aix is een agrarisch centrum, vooral bekend om de Provençaalse olijven en amandelen uit het landschap geschilderd door Paul Cézanne, wiens atelier is bewaard gebleven als een van de vele stadsmusea. Aangezien de stad hoofdzakelijk als een residentiële voorstad van Marseille functioneert, is de industriële ontwikkeling licht, maar zij omvat voedselverwerking en elektrische machines. Aantal inwoners. (1999) 134.222; (schatting 2014) 142.149.