Mechanische eigenschappen, imperiaalEdit
Dit soort bouten is ontworpen om te worden aangedraaid tot dicht bij hun vloeigrens, zodat een aanzienlijke boutspanning ontstaat. De norm stelt dat de bouten moeten worden aangedraaid tot ten minste 70% van de treksterkte. Deze bouten gebruiken hetzelfde materiaal als hun gebruikelijke neven (ASTM F568M voor metrische bouten), maar hebben een dikkere en bredere kop om de belasting beter te verdelen. Deze gewijzigde geometrie wordt vaak aangeduid als zware zeskant geometrie. Moeren moeten voldoen aan ASTM A563, die ook zware zeskant geometrie gebruikt. Afmetingen van zware zeskant geometrie zijn volgens document ANSI/ASME B18.2.6, dat “grove” schroefdraad gebruikt zoals gedefinieerd door de Unified Thread Standard.
AASTM 325 bouten kunnen worden beschouwd als gelijkwaardig aan Grade 8.8 bouten volgens ASTM F568M.
Voor een versie met hogere sterkte van dit type bout, zie ASTM A490.
Kopmarkering | Grade | Nominale maatbereik | Bewezen sterkte | Opbrengststerkte (min) | Treksterkte (min) | Kernhardheid | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
of |
Type 1 | 1⁄2-1 (inc.) | 85 | 92 | 120 | C24-35 | |
1-1 1⁄2 | 74 | 81 | 105 | C19-31 | |||
Type 2 | 1⁄2-1 | 85 | 92 | 120 | C24-35 | ||
Type 3 | 1⁄2-1 | 85 | 92 | 120 | C24-35 | ||
1-1 1⁄2 | 74 | 81 | 105 | C19-31 |
Mechanische eigenschappen, metrisch
Kopmarkering | Grade | Nominaal maatbereik | Bewezen sterkte | Opbrengststerkte (min) | Treksterkte (min) | Kernhardheid |
---|---|---|---|---|---|---|
Type 1 | 12-36 | 600 | 660 | 830 | C23-34 | |
Type 2 | ||||||
Type 3 |
/mm