De betekenende naam die gegeven wordt aan het concept van de onveranderlijke, oneindige, immanente en transcendente werkelijkheid die de goddelijke grond is van al het zijn. Brahman is een spiritueel begrip in het Hindoeïsme, en het duidt op het hoogste Universele, de Ultieme Realiteit in het universum. Het is, in de belangrijkste scholen van de Hindoeïstische filosofie, de materiële, efficiënte, formele en uiteindelijke oorzaak van al wat bestaat. Het is de doordringende, geslachtsloze, oneindige, eeuwige waarheid en gelukzaligheid die niet verandert, maar wel de oorzaak is van alle veranderingen. Brahman als metafysisch concept is de enige bindende eenheid achter de verscheidenheid in alles wat bestaat in het universum.
Brahman is een Vedisch Sanskriet woord, en wordt in het Hindoeïsme geconceptualiseerd, aldus Paul Deussen, als het “scheppende principe dat in de hele wereld gerealiseerd wordt”. Brahman is een sleutelbegrip in de Veda’s, en wordt uitvoerig besproken in de vroege Upanishads. De Veda’s conceptualiseren Brahman als de Kosmische Principes. In de Upanishads wordt het op verschillende manieren beschreven als Sat-cit-ānanda (zijn-bewustzijn-blijheid) en als de hoogste werkelijkheid.
Brahman wordt in Hindoe teksten besproken met het concept van Atman (Ziel, Zelf), persoonlijk, onpersoonlijk of Para Brahman, of in verschillende combinaties van deze kwaliteiten, afhankelijk van de filosofische school. In dualistische scholen van het Hindoeïsme, zoals de theïstische Dvaita Vedanta, is Brahman verschillend van Atman (ziel) in elk wezen, en daarin deelt het conceptuele kader van God in de grote wereldreligies. In non-duale stromingen van het Hindoeïsme, zoals de monistische Advaita Vedanta, is Brahman identiek aan de Atman, is Brahman overal en in elk levend wezen, en is er verbonden spirituele eenheid in al het bestaan.
Voorbeeld via www.ramdass.org: Ons voedsel zegenen als deel van God