De diagnose kan al dan niet door middel van een echografie worden vastgesteld, maar het meest waarschijnlijk worden de ziekte en andere biliaire aandoeningen van de lever, galblaas en galbuis gevonden door wat meestal een hepatobiliaire of HIDA-scan wordt genoemd. Dit type beeldvorming staat bekend als cholescintigrafie.
Cholescintigrafie of hepatobiliaire scintigrafie is scintigrafie van de hepatobiliaire tractus, met inbegrip van de galblaas en de galwegen. Het beeld dat met dit type medische beeldvorming wordt verkregen, een cholescintigram genoemd, is ook bekend onder andere namen, afhankelijk van welke radiotracer wordt gebruikt, zoals HIDA-scan, PIPIDA-scan, DISIDA-scan of BrIDA-scan. Cholescintigrafisch scannen is een procedure in de nucleaire geneeskunde om de gezondheid en de functie van de galblaas en het galbiliaire systeem te beoordelen. Een radioactieve tracer wordt via een toegankelijke ader ingespoten en kan dan naar de lever circuleren en zich in de galblaas gaan ophopen, wat tot een uur kan duren. Vervolgens wordt een standaard vette maaltijd (meestal een milkshake met een hoog vetgehalte) toegediend en worden gedurende nog eens een uur beeldvormende onderzoeken uitgevoerd om de reactie van de galblaas op de vette maaltijd in beeld te brengen. De galblaas moet reageren en beginnen met legen in de twaalfvingerige darm; de hoeveelheid uitgescheiden gal kan dan worden berekend als de ejectiefractie (EF). Een EF < van 35% wordt beschouwd als diagnostisch voor biliaire dyskinesie en is geschikt om cholecystectomie te overwegen.