Bij het uitbreken van de Amerikaanse Revolutie nam Charles Lee ontslag bij het Britse leger om zich bij de kolonisten te voegen in hun patriottische zaak. Tot Lee’s verdriet werd de in Groot-Brittannië geboren officier door het Congres voorbijgestreefd door George Washington als bevelhebber van het Continentale Leger. Hoewel Lee alom erkend werd om zijn bekwame militaire capaciteiten, zou zijn reputatie al na een paar jaar oorlog volledig bezoedeld zijn.
Charles Lee werd op 26 januari 1731 geboren in Cheshire, Engeland. Als jongen werd hij op de militaire school ingeschreven en later diende hij als luitenant in de Frans-Indiaanse oorlog. Toen hij in Amerika was, trouwde Lee met een Mohawk vrouw en werd vervolgens geadopteerd door de Mohawk stam. Vanwege Lee’s grillige temperament noemden de Indianen hem “Kokend Water”.
In 1773 keerde Lee terug naar de koloniën om zich meer permanent te vestigen in Virginia. Toen in 1775 de vijandelijkheden tussen Groot-Brittannië en de Amerikaanse koloniën uitbraken, was alle hoop op verzoening vervlogen en stortten de twee partijen zich in een oorlog. Als tweede in bevel van het Continentale Leger werd Lee aangesteld als hoofd van het Zuidelijke Departement. Zijn afkeer van Washington als opperbevelhebber zou echter gedurende de hele oorlog blijven bestaan.
De generaal-majoor oogstte veel lof en bewondering voor zijn verdediging van Charleston in 1776. Hoewel de overwinning grotendeels door toedoen van anderen tot stand was gekomen, kreeg Lee de eer van de overwinning en werd hij een held genoemd. In de daaropvolgende maanden voegde Lee zich bij Washington in New York, waar de “held van Charleston” zijn superieur in schriftelijke correspondentie begon af te kraken. Verlangend naar Washingtons baan en gebruik makend van de recente nederlagen van de kolonisten in New York, schreef Lee aan een congreslid: “Als ik de macht had, zou ik u veel goeds kunnen doen.” De pogingen van de majoor om generaal Washington te ondermijnen werden verstoord toen hij in december 1776 door de Britten gevangen werd genomen. Als tweede in bevel was Lee een opvallende prijs voor de vijand en zijn vrijlating zou pas komen in 1778 na een Brits verlies bij Saratoga.
In mei van 1778 was Lee op tijd teruggekeerd in het Continentale Leger voor de Slag bij Monmouth. De beslissende slag vond plaats op 28 juni, toen de patriotten de Britten achtervolgden tot in New Jersey. Lee kreeg de opdracht de troepen in de strijd te leiden en wat volgde bleek desastreus voor de generaal. Toen de Britten Lee’s mannen begonnen te flankeren, gaf de bevelhebber voortijdig bevel tot terugtrekken. Toen Washington dit zag, confronteerde hij Lee op het slagveld en de twee commandanten wisselden verhitte woorden. Op beschuldiging van het negeren van bevelen en insubordinatie werd Lee van zijn commando ontheven en voor de krijgsraad gedaagd. Het Congres besloot Lee voor een jaar uit zijn functie te ontheffen. In die periode bleef de ex-generaal zich tegen Washington uitspreken.
De scherpe tong van Lee zorgde voor nieuwe vijanden die vastbesloten waren de eer van Washington te verdedigen. In 1778 daagde John Laurens Lee uit tot een duel en schoot hem in de zij, waarbij hij de officier verwondde maar niet doodde. In 1780 nam Lee formeel ontslag uit het Continentale Leger en trok zich terug in Philadelphia. Daar stierf Lee in 1782.