Begrijp me niet verkeerd. Ik hou net zoveel van het Nederlandse volk als van welk ander volk dan ook. Ze behoren tot de aardigste mensen op aarde, en zeker tot de meest tolerante. De vraag die ik stel heeft specifiek betrekking op het tijdperk waarin de Nederlanders de eilandenketen beheersten die we nu Indonesië noemen, een tijdperk dat meer dan drie eeuwen beslaat.
Zoals veel mensen die na de onafhankelijkheid zijn geboren, had ik geen ervaring met het leven onder Nederlands bewind om te kunnen zeggen hoe slecht of goed het was. Op school leerden we het een en ander over de aard van het kolonialisme.
Maar dat is nu juist de vraag. Hoeveel weten we over hoe onze voorouders die 300 jaar hebben geleefd, als we weten dat ze in eigen land werden vermoord, gemarteld, verkracht, onderdrukt, tot slaaf gemaakt, in het buitenland als slaaf verkocht, tot dwangarbeid gedwongen, in ballingschap gestuurd, op hun eigen land als niet-burgers behandeld en van elke menselijke waardigheid ontdaan?
Afgaande op de beschikbare literatuur in Indonesië, Nederland of waar dan ook, weten we heel weinig over de vernederingen die zij moesten ondergaan.
We vieren deze week de onafhankelijkheid van Indonesië zoals we dat sinds 1945 elk jaar hebben gedaan, met het eren van de helden die hebben gevochten tijdens de revolutionaire oorlogen aan het eind van de jaren veertig en van de denkers uit het begin van de 20e eeuw die de onafhankelijkheidsstrijd voor Nederlands-Indië zijn begonnen.
Dat is echt zo ver als ons collectieve geheugen ons brengt. We vieren een a-historische onafhankelijkheidsverjaardag.
Wat te denken van die 300 jaar vanaf het moment dat Nederland met geweld controle begon op te leggen over de wereldwijde specerijenleveranties vanuit Indonesië?
We weten van de moordpartij in 1621 op bijna de gehele bevolking van 14.000 mensen op Banda-eiland. Maar we weten weinig van de tussenliggende jaren tussen dat bloedbad en de onafhankelijkheidsoorlog in 1945-1949. We weten iets over de Diponegoro-oorlog, en we krijgen een glimp van de Nederlandse misstanden te zien in de roman Max Havelaar uit 1860 van de Nederlandse schrijver Eduard Douwes Dekker.
Van schrijvers van de Balai Pustaka-generatie vanaf 1920 krijgen we nauwelijks een beeld van het leven onder het Nederlandse kolonialisme. Hoe goed hun geschriften ook zijn – ze worden beschouwd als klassieke Indonesische literatuur – ze nemen het koloniale systeem als gegeven, begrijpelijk vanwege de censuur.
We krijgen wat ideeën uit de geschriften van Soekarno en vrienden, maar die zijn vertroebeld door onafhankelijkheidsretoriek. We krijgen veel meer mee van Pramoedya Ananta Toer, die het tijdperk niet heeft meegemaakt, maar in staat was de sfeer levendig weer te geven rond Minke, de hoofdpersoon van zijn Buru Quartet romans. De romans van Pram nemen ons mee naar de periode tussen het einde van de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw.
De Nederlandse literatuur van de 17e, 18e en 19e eeuw staat bol van de verheerlijking van hoe hun piepkleine landje de wereld regeerde om de rijkste natie op aarde te worden. De VOC, de Verenigde Oost-Indische Compagnie, wordt aangeprezen als de eerste echte multinational.
Veel te weinig aandacht is er voor de wreedheid en brutaliteit waarmee Nederland de controle over de specerijenhandel en de transatlantische slavenhandel naar zich toetrok. Dit zit niet in hun collectieve geheugen.
In de Verenigde Staten krijgen we een glimp te zien van de verschrikkingen die Afrikaanse slaven hebben doorstaan, en sommige van deze verhalen zijn uitgegroeid tot bestsellerboeken en bioscoopfilms.
Het is bemoedigend om te zien dat een handjevol Nederlandse en Indonesische historici Histori Bersama (Gedeelde Geschiedenis) hebben gelanceerd op historibersama.com, dat probeert onze gemeenschappelijke geschiedenis van meer dan 300 jaar vanuit de twee verschillende perspectieven met elkaar te verbinden.
Gelanceerd in 2016, trekt Histori Bersama de geloofwaardigheid in twijfel van een lopend onderzoeksproject in opdracht van de Nederlandse regering om te kijken naar beweringen van oorlogsmisdaden die zijn gepleegd toen Nederlandse soldaten naar Indonesië werden gestuurd om het koloniale bewind na de Tweede Wereldoorlog opnieuw in te stellen. Ondanks het enorme bewijsmateriaal wordt in de Nederlandse versie van de “politionele acties” in 1945-1949 ontkend dat er oorlogsmisdaden zijn gepleegd en wordt de schuld voor het geweld gelegd bij Indonesische “rebellen”.
Het Nederlandse bewustzijn en begrip van hun koloniale geschiedenis is aan hen om mee om te gaan. Als zij niet in het reine zijn gekomen met hun lelijke verleden, is dat hun probleem.
Zij bevinden zich in goed gezelschap. Buurland Groot-Brittannië is nog steeds geschokt, verbijsterd en in ontkenning sinds hun versie van hun grote imperiale heerschappij in India werd uitgedaagd in het boek Inglorious Empire – What the British Did to India uit 2016, door Shashi Tharoor.
Als Indonesiërs moeten we onze geschiedenis leren kennen vanuit onze eigen perspectieven, het meest in het bijzonder over hoe onze voorouders die zeer moeilijke jaren van Nederlandse koloniale overheersing hebben doorleefd. Drie eeuwen is zo’n lange periode dat zij een diepe erfenis in onze psyche en misschien zelfs in onze karakters moet hebben achtergelaten.
Ons minderwaardigheidscomplex kan zich hebben ontwikkeld als gevolg van die lange jaren van gewelddadige onderdrukking. Corruptie, een kwaal die alle Indonesische leiders van na de onafhankelijkheid treft, is misschien geërfd van de prinsen en sultans die met de Nederlandse overheersers hebben samengewerkt, in ruil voor materieel gewin en macht. Hoe zit het met de gewelddadige draden?
Wij mogen dan het beste van onze koloniale meesters hebben overgenomen, maar we moeten ook een aantal van de slechtste Nederlandse karaktereigenschappen hebben geërfd.
Zonder inzicht in onze eigen geschiedenis van koloniale onderwerping, zullen we misschien nooit weten wie we werkelijk zijn. We zijn het aan onszelf verplicht de waarheid te leren kennen.
TOPICS
Onafhankelijkheidsdag Nederlands kolonialisme Indonesië