Definitie consumentensoevereiniteit
Consumentensoevereiniteit is het idee dat het de consument is die invloed heeft op productiebeslissingen. De koopkracht van consumenten betekent in feite dat zij “stemmen” voor goederen. Bedrijven zullen reageren op de voorkeuren van de consument en de goederen produceren waar de consument om vraagt. Het is een manifestatie van de ‘onzichtbare hand’
Anderen beweren dat consumentensoevereiniteit een mythe is. Bedrijven produceren goederen en gebruiken marketingtechnieken om consumenten goederen te verkopen die zij niet echt nodig hebben of willen hebben.
In de praktijk is er een element van beide. Bedrijven kunnen nieuwe goederen, zoals een iPod, met succes op de markt brengen. Maar als de consument niet onder de indruk is, zal het goed niet verkopen. Er zijn talloze nieuwe producten die nooit aanslaan.
Consumentensoevereiniteit en vrije markten
- In een vrije markt hebben de consumenten een grotere mate van consumentensoevereiniteit.
- In een geleide economie worden goederen geproduceerd volgens het dictaat van de staat, zodat er geen sprake is van consumentensoevereiniteit.
Consumentensoevereiniteit en gezondheidszorg
In sommige markten is het veel moeilijker om aan de consumentensoevereiniteit tegemoet te komen, omdat er een gebrek aan kennis is. Artsen bieden patiënten zelden zinvolle keuzemogelijkheden. Maar ze schrijven medicijnen en behandelingen voor op basis van hun kennis. Ook kunnen patiënten niet kiezen tussen verschillende artsen of ziekenhuizen, maar gaan ze naar degene die wordt voorgeschreven door een particuliere verzekering of de door de staat verstrekte gezondheidszorg.
In theorie kun je een zekere mate van keuzevrijheid hebben, maar in de praktijk is het een heel andere markt – om het kiezen van een maaltijd maar uit te sparen.
Consumentensoevereiniteit en gedragseconomie
De traditionele economische theorie gaat ervan uit dat consumenten streven naar een zo groot mogelijk nut. Het equimarginale principe suggereert dat consumenten het marginale voordeel van verschillende goederen tegen elkaar afwegen, en een combinatie van goederen kiezen die het totale nut maximaliseert.
Gedragseconomie suggereert echter dat dit model onrealistisch is. In de praktijk hebben mensen niet de tijd of de neiging om verschillende opties rationeel af te wegen. In plaats daarvan maken we gebruik van heuristieken en ruwe vuistregels om snel beslissingen te nemen. Ook worden individuen sterk beïnvloed door psychologische factoren, zoals:
- Keuzearchitectuur. Strategische plaatsing van goederen door bedrijven kan onze beslissingen beïnvloeden, bv. we zijn veel eerder geneigd de standaardoptie te kiezen, dan een poging te doen om te veranderen. Bedrijven kunnen dit gebruiken om ons te interesseren voor nieuwsbrieven of verzekeringen.
- Verliesaversie. We houden er niet van te verliezen wat we al hebben en we doen er alles aan om verliezen te vermijden.
- Nudges – subtiele duwtjes kunnen ons aanmoedigen te kopen wat wordt voorgesteld – “Wilt u daar frietjes bij?” – stimuleert zeker meer mensen om extra’s te kopen.
Gerelateerd
- Consumentenkeuze