Cyklines zijn sleutelcomponenten van de progressie-machinerie van de celcyclus. Zij activeren hun partner cycline-afhankelijke kinasen (CDK’s) en richten deze mogelijk op respectieve substraateiwitten in de cel. CDK-gemedieerde fosforylering van specifieke sets van eiwitten drijft de cel door bepaalde fasen of checkpoints van de celcyclus. Tijdens de ongestoorde groei van normale cellen is de timing van de expressie van verschillende cyclines discontinu en treedt op in discrete en welbepaalde perioden van de celcyclus. Immunocytochemische detectie van cyclines in relatie tot de positie in de celcyclus (DNA-gehalte) door multiparameter flowcytometrie heeft een nieuwe benadering van celcyclusstudies mogelijk gemaakt. Deze benadering kan als geen andere methode worden gebruikt om de ongeplande expressie van cyclines te detecteren, namelijk de presentatie van G1-cyclines door cellen in G2/M en van G2/M-cyclines door G1-cellen, zonder dat celsynchronisatie nodig is. Dergelijke ongeplande expressie van cyclines B1 en A werd waargenomen wanneer de voortgang van de celcyclus werd gestopt, b.v. na synchronisatie op de G1/S-grens door remmers van de DNA-replicatie. De ongeplande expressie van cyclines B1 of E, maar niet van A, werd ook waargenomen in sommige tumorcellijnen, zelfs wanneer hun groei niet werd verstoord. Evenzo, terwijl de expressie van cyclines D1 of D3 in niet-tumorcellen beperkt was tot een vroeg deel van G1, werd de presentatie van deze eiwitten in veel tumorcellijnen ook waargenomen tijdens S en G2/M. Dit suggereert dat het partnerkinase CDK4 (dat bij activering door D-type cyclines pRB fosforyleert waardoor de cel in S komt) voortdurend actief is gedurende de gehele celcyclus in deze tumorlijnen. Expressie van cycline D kan ook dienen om G0- versus G1-cellen te onderscheiden en, als een activeringsmarker, om de mitogeen gestimuleerde cellen te identificeren die de celcyclus ingaan. Verschillen in cycline-expressie maken het mogelijk onderscheid te maken tussen cellen met hetzelfde DNA-gehalte maar in verschillende fasen, zoals in G2 vs. M of G2/M van een lagere DNA-ploïdie vs. G1-cellen van een hogere ploïdie. De expressie van cyclines D, E, A en B1 levert nieuwe markeringspunten voor de celcyclus op die kunnen worden gebruikt om de celcyclus in verschillende subcompartimenten onder te verdelen. Het punt waarop de celcyclus wordt stilgelegd door veel antitumorgeneesmiddelen kan nauwkeuriger worden geschat in relatie tot deze compartimenten dan bij de traditionele onderverdeling in vier fasen van de celcyclus. Deze laatste toepassingen hebben echter alleen betrekking op normale cellen of op tumorcellen waarvan het fenotype wordt gekenmerkt door een geplande expressie van cyclines. Als gevoelige en specifieke indicatoren van het proliferatiepotentieel van de cel zullen de cyclines, in het bijzonder die van het D-type, naar verwachting belangrijke prognostische markers zijn bij neoplasie.