De dwergcorydoras is van commercieel belang in de aquariumhandel. Vanwege zijn geringe afmetingen kan deze vis in een relatief klein aquarium worden gehouden; een bak van 20 liter (5 gallon) is voldoende voor een kleine school. Omdat het een scholenvis is, moet hij alleen in groepen van ten minste zes exemplaren worden gehouden. Het is een goede gezelschapsvis als hij gehouden wordt met vreedzame soortgenoten zoals tetra’s, rasbora’s en danio’s, maar hij mag niet gehouden worden met al te agressieve soortgenoten. Ze worden ook gebruikt als aaseters voor pootvisbakken.
Het aquarium moet schoon zijn, goed belucht, en dicht beplant om schuilplaatsen te bieden. Een matige stroming, geleverd door een power filter of een canister filter, wordt op prijs gesteld. Het water moet licht alkalisch zijn (pH ongeveer 7,6) en een temperatuur hebben van 24° tot 29 °C.
De vis voedt zich zowel in het water als op een substraat, of dat nu een plantenblad, een brede rots of de bodem van het aquarium is. Hij accepteert het meeste voedsel, waaronder gevriesdroogd, vlokken, en diepvriesvoer, hoewel levend voer bijzonder wordt gewaardeerd.
De methoden om deze vis in het aquarium te paaien is vergelijkbaar met het paaien van de meeste andere Corydoras soorten. De paaitank kan zo klein zijn als 10 liter, maar minstens een 20 liter tank wordt aanbevolen met verouderd water, een sponsfilter en wat planten. De vissen moeten worden geconditioneerd met grote hoeveelheden levend voer zoals Tubifex en witte wormen; in die periode worden de vrouwtjes merkbaar voller. Aangezien C. hastatus in schoolverband kuit schiet, kan de hele groep tegelijk worden geconditioneerd, en voor de beste resultaten moeten er minstens twee mannetjes per vrouwtje zijn.
Het kuitschieten van goed geconditioneerde vissen kan worden geïnitieerd door koeler water toe te voegen. Tijdens het kuitschieten wordt zeer weinig voedsel aanvaard, maar de vis zal na het kuitschieten onmiddellijk op zoek gaan naar voedsel. Hij zal zijn eieren meestal aan de planten in het aquarium vasthechten, maar als er niet genoeg planten beschikbaar zijn, kunnen de wanden van het aquarium worden gebruikt. Wanneer de pootvis uit het ei komt, kan hij worden gevoerd met pas uitgekomen pekelkreeftjes of microwormen. De ouders kunnen na een paar weken klaar zijn om opnieuw te paaien.