Als een weefselmonster eenmaal door een histologisch lab is bewerkt en op een glasplaatje is overgebracht, moet het op de juiste manier worden gekleurd voor microscopische evaluatie. Dit komt omdat ongekleurd weefsel geen contrast heeft: alle gefixeerde materialen hebben een vergelijkbare brekingsindex en een vergelijkbare kleur. Als je een niet-gekleurde weefselcoupe onder de microscoop zou bekijken, zou alles een uniforme doffe grijze kleur hebben.
Het kleuringsproces maakt daarom gebruik van verschillende kleurstoffen die bepaalde celcomponenten binnen weefsels kleuren, zodat je verschillende celonderdelen van elkaar kunt onderscheiden.
Haematoxyline en Eosine
Voor routineonderzoek is hematoxyline en eosine (H&E) de kleurstof bij uitstek. Deze vlek kleurt verschillende weefselstructuren, die anders transparant zouden zijn, zodat u een gedetailleerd beeld van het weefsel kunt krijgen.
Zoals de naam al zegt, maakt de H&E-beits gebruik van een combinatie van twee kleurstoffen – hematoxyline en eosine. De twee kleurstoffen werden onafhankelijk van elkaar in 1865 en 1875 geïntroduceerd, respectievelijk door Böhmer en Fischer. In 1876 beschreef Wissowzky hun gebruik in combinatie als een weefselkleuringsmethode om verschillende materialen verschillende kleuren te geven.
Ondanks zijn eenvoud heeft deze kleurstof de tand des tijds doorstaan. Zelfs nu, meer dan een eeuw later, is H&E wereldwijd nog steeds de meest gebruikte weefselkleurstof.
De wetenschap achter H&E
De kleuring produceert geen willekeurige kleur; in plaats daarvan maken de kleurstoffen gebruik van verschillen in de chemie van het weefsel om verschillende componenten verschillend te kleuren.
Ionische binding is het belangrijkste type binding dat voorkomt in histologische kleuringstechnieken. Hierbij is sprake van elektrostatische aantrekking tussen ionen met een tegengestelde lading, waarvan er een in het weefsel vastligt en de andere in de kleurstof.
Haematoxyline alleen is technisch gezien geen kleurstof, en zal weefsels niet direct kleuren. Het moet daarom worden gebruikt in combinatie met een “beitsmiddel” – een verbinding die het helpt zich aan het weefsel te hechten. Het gebruikte beitsmiddel is meestal een metaalkation, zoals aluminium. Hematoxyline in complex met aluminiumzouten is kationisch en werkt als een basische kleurstof. Het is positief geladen en kan reageren met negatief geladen, basofiele celbestanddelen, zoals nucleïnezuren in de celkern. Deze kleuren daardoor blauw.
Eosine is anionisch en werkt als een zure kleurstof. Het is negatief geladen en kan reageren met positief geladen, acidofiele componenten in het weefsel, zoals aminogroepen in eiwitten in het cytoplasma. Deze kleuren daardoor roze.
H&E is een nuttige kleurstof voor alle doeleinden die ook snel en gemakkelijk te gebruiken is, wat wellicht verklaart waarom hij de tand des tijds heeft doorstaan. Wat zijn uw tips voor het kleuren van weefselsecties?