De Engelsman Philip Astley ensceneert het eerste moderne circus in Londen.
Trucendansers, acrobaten, clowns, getrainde dieren en andere bekende onderdelen van het circus bestaan al sinds mensenheugenis, maar pas aan het eind van de 18e eeuw ontstond het moderne circusspektakel. Astley, een voormalige sergeant-majoor van de cavalerie, ontdekte dat als hij in een kleine cirkel galoppeerde, de middelpuntvliedende kracht hem in staat stelde op de rug van een paard schijnbaar onmogelijke prestaties te verrichten. Hij bouwde een ring en nodigde op 9 januari 1768 het publiek uit om hem met zijn zwaard in de lucht te zien zwaaien terwijl hij reed met één voet op het zadel en één op het hoofd van het paard.
Astley’s kunstrijden kreeg zo’n gunstige respons dat hij al snel andere ruiters, een clown en muzikanten inhuurde en in 1770 een dak over zijn ring bouwde en de constructie Astley’s Amphitheatre noemde. In 1772 ging Astley naar Versailles om zijn “gedurfde ruiterfeiten” op te voeren voor koning Lodewijk XV, en hij vond Frankrijk rijp voor een eigen permanente show, die hij in 1782 oprichtte. Eveneens in 1782 vestigde een concurrent in Londen zich aan het eind van de weg van Astley’s Amfitheater en noemde zijn show het “Royal Circus”, naar de Romeinse naam voor de ronde theaters waar wagenrennen werden gehouden. In de 19e eeuw werd de term “circus” aangenomen als algemene naam voor deze nieuwe vorm van vermaak. Astley, die tot 1814 leefde, richtte uiteindelijk 18 andere circussen op in steden in heel Europa.
In 1792 opende de Engelse ruiter John Bill Ricketts het eerste Amerikaanse circus in Philadelphia en opende later nog andere in New York City en Boston. President George Washington woonde naar verluidt een circus van Ricketts bij en verkocht het bedrijf een paard. Kleinere rondreizende circussen ontstonden in het begin van de 19de eeuw in Europa, waar ze steden aandeden die niet over uitgebreide permanente shows beschikten. Grotere rondreizende tentvoorstellingen ontstonden in de jaren 1820. In 1859 bood het Cirque Napoleon in Parijs de eerste vliegende trapeze-act aan, nog steeds een populair onderdeel van het moderne circus.
In 1871 openden William Cameron Coup en showman P.T. Barnum een enorm circus in Brooklyn dat ze “The Greatest Show on Earth” noemden. Tien jaar later ging Barnum in zee met James Anthony Bailey; de “Barnum en Bailey” circussen waren zo groot dat ze gelijktijdig in drie ringen moesten optreden.