Hoewel ze een zeer publiek leven leidde toen ze opgroeide op het witte doek, werd Elizabeth Taylor de waardigheid gegund om in stilte te sterven, omringd door familie. Helaas moest ze een deel van de laatste weken van haar leven in een ziekenhuis doorbrengen waar ze werd behandeld voor congestief hartfalen (CHF), een ziekte die ervoor zorgt dat vocht zich ophoopt en stuwing veroorzaakt in de organen van het lichaam, vooral in de longen.
Mrs. Taylor was een van de miljoenen Amerikanen met CHF die lijden aan de symptomen van kortademigheid bij inspanning, moeite met plat liggen en gezwollen benen. Wanneer de hartspier verzwakt en niet hard genoeg kan pompen om het bloed door het lichaam te stuwen, gebeuren er een paar dingen. Ten eerste wordt er niet genoeg zuurstof naar het lichaam toegevoerd, waardoor spieren die niet genoeg zuurstof krijgen sneller moe worden en het moeilijker wordt om te lopen of een trap op te lopen. Hersencellen hebben zuurstof nodig om te functioneren en misschien wordt de patiënt minder scherp. Elk orgaan in het lichaam heeft voldoende zuurstoftoevoer en bloedcirculatie nodig, en wanneer het hart niet aan deze behoeften voldoet, schakelt het lichaam geleidelijk uit. Vloeistof begint zich op te hopen omdat de pomp (het hart) het niet in beweging kan houden. Het is niet anders dan een defecte oliepomp in een auto of een carterpomp in een kelder. Maar in het lichaam stroomt het vocht naar de longen, wat kortademigheid veroorzaakt, of het vocht stroomt naar de perifere weefsels, wat oedeem veroorzaakt, waardoor voeten, enkels en benen kunnen opzwellen.
Normaal gesproken is hartinsufficiëntie het eindresultaat van een geleidelijk verlies van hartspier door een geleidelijke verstopping van de slagaders die de hartspier van bloed voorzien (coronaire hartziekte). De hartspiercellen verliezen hun bloedtoevoer en sterven af en de spier wordt vervangen door littekenweefsel, dat de pompfunctie van het hart niet ten goede komt. Beschadiging van de hartkleppen, infecties van de hartspier of hartkleppen, en ongecontroleerde hoge bloeddruk zijn andere redenen waarom het hart zijn pompfunctie verliest. Uiteindelijk wordt het hart groter omdat de spier slapper wordt en minder goed kan pompen. De hartfunctie wordt vaak beoordeeld door middel van een echocardiogram of echografie van het hart, maar de diagnose kan meestal aan het bed worden gesteld door de zorgverlener die de symptomen van de patiënt begrijpt en een lichamelijk onderzoek heeft uitgevoerd. Naarmate de symptomen van hartinsufficiëntie toenemen en het pompen afneemt, wordt de diagnose gemakkelijker te stellen.