Spandex kan kaal worden gebruikt, zonder enige bewerking voordat het in de kousen- en Spandexstoffen wordt opgenomen. Een eenvoudige Spandexdraad wordt toegevoegd (ingeweven) aan de structuur die door de platte of getextureerde hoofddraad wordt gecreëerd. Een andere produktietechniek is het breien van onbedekte of bedekte Spandex garens binnen het kledingstuk. Dit is de vanisé- of plissétechniek, waarbij het ene garen aan de voorzijde en het andere garen aan de achterzijde van de stof voorkomt.
Het wordt meestal gebruikt in afwisselende rijen van gebreid garen. Tenslotte kan het bedekte garen in elke rij – in elke draad van het breisel – worden gebruikt voor driedimensionale stretch.
Ook bedekte Spandex wordt gebruikt. Bij de bedekking wordt het Spandex in het hoofdgaren van het nylon kousengoed gewikkeld, zodat het Spandex de garenkern wordt.
Vier procédés kunnen voor de omslag worden gebruikt:
Eenmaal omwikkeld: de nylon- of andere vezel wordt eenmalig in een spiraal om de Spandex gewikkeld met een gemiddelde van 1.200-2.200 slagen/meter. Hoe meer wikkelingen, hoe hoger de kwaliteit.
Dubbel omwikkeld: het Spandex-garen wordt in twee lagen nylon of ander weefsel gewikkeld, de ene met de klok mee en de andere tegen de klok in. Het gemiddelde aantal wikkelingen bedraagt 2.400 per meter, maar dit aantal kan oplopen tot 3.000 per meter in garens van zeer hoge kwaliteit. Het wordt gebruikt in garens bestemd voor de produktie van hoogwaardige sheer panty’s.
Air bedekt: Spandex op spanning en getextureerd nylon worden samen door een luchtstraal geleid, waardoor het nylon met tussenpozen tot de Spandex-kern wordt verweven.
Core-spun: tijdens het garingsproces wordt het Spandex bedekt met een coating van discontiunue vezels.