Prins George Frederick Ernest Albert, tweede zoon van de Prins en Prinses van Wales (later Koning Edward VII en Koningin Alexandra) werd geboren op 3 juni 1865 in Malborough House en gedoopt op 7 juli in Windsor Castle.
Als tweede zoon van de troonopvolger was Prins George voorbestemd voor een carrière bij de Royal Navy en in 1877 werden hij en zijn oudere broer Prins Albert Victor cadetten. In januari 1892 kwam er een abrupt einde aan de marinecarrière van de prins door het plotselinge overlijden van prins Albert Victor, waardoor hij in de directe lijn van opvolging kwam te staan. Op 24 mei 1892 werd hij tot hertog van York benoemd en een jaar later, op 3 mei 1893, verloofde hij zich met prinses Victoria Mary (May) van Teck, die de verloofde van prins Albert Victor was geweest. Het paar trouwde op 6 juli 1893 in de Chapel Royal, St James’s Palace, en bracht hun huwelijksreis door in York Cottage, Sandringham, waar zij de volgende drieëndertig jaar zouden blijven wonen.
In de loop van hun lange en gelukkige huwelijk werden hen zes kinderen geboren: Prins Edward, Prins Albert, Prinses Mary, Prins Henry, Prins George en Prins John.
Op 23 januari 1901, na de dood van Koningin Victoria, vergezelde de Hertog zijn vader naar de eerste Privy Council van de nieuwe regeerperiode in de Banqueting Hall, St James’s Palace, en was de eerste die trouw zwoer aan de nieuwe Koning. In mei 1901 opende de hertog het eerste parlement van het nieuwe Gemenebest Australië, en bezocht daarna Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en Canada. Bij zijn terugkeer in Engeland benoemde Koning Edward VII hem op 9 november 1901 tot Prins van Wales, en in april 1903 verhuisde de troonopvolger met zijn vrouw naar Malborough House, zijn nieuwe woning in Londen. Hij ging door met zijn koninklijke reizen, bezocht Berlijn in 1902.
De Prins van Wales werd na de dood van zijn vader op 6 mei 1910 uitgeroepen tot Koning George V en zijn kroning vond plaats in Westminster Abbey op 22 juni 1911.
George V’s regeerperiode begon te midden van een aanhoudende constitutionele crisis over het Hogerhuis, dat weigerde een wetsvoorstel aan te nemen om zijn bevoegdheden te beperken (waardoor het geen veto meer zou kunnen uitspreken over een wetsvoorstel van het Lagerhuis).
Nadat de liberale regering de belofte van de koning had gekregen om voldoende edelen te benoemen om de conservatieve oppositie in de Lords te overwinnen (en in 1910 een tweede verkiezing had gewonnen), werd de Parliament Bill in 1911 door de Lords aangenomen zonder een massale benoeming van edelen.
George bezocht India in 1911, de enige monarch die dit als koning-keizer deed. Hij werd vergezeld door zijn vrouw, Koningin Mary.
In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. De Koning bracht meer dan 450 bezoeken aan de troepen en meer dan 300 bezoeken aan ziekenhuizen om gewonde soldaten te bezoeken, hij drong aan op een goede behandeling van Duitse krijgsgevangenen en hij drong ook aan op een humanere behandeling van gewetensbezwaarden.
In 1917 brachten anti-Duitse gevoelens hem ertoe de familienaam Windsor aan te nemen (naar het gelijknamige kasteel).
Aan het eind van de 19e eeuw groeide de steun voor zelfbestuur voor Ierland. Dit werd tegengewerkt door de Unionisten in het noorden en door de Conservatieve Partij. De Paasopstand van 1916 in Dublin en de daaropvolgende burgeroorlog leidden tot de oprichting van de Ierse Vrijstaat (later de Ierse Republiek) in 1922, terwijl de zes noordelijke graafschappen deel bleven uitmaken van het Verenigd Koninkrijk. George speelde hierbij een bemiddelende rol, evenals bij andere gelegenheden, zoals de algemene staking van 1926.
George accepteerde zonder problemen de eerste Labour-regering in 1924. Na de wereldwijde ineenstorting van 1929 haalde de koning de leider van de Labourpartij over om aan het hoofd te staan van een uit alle partijen samengestelde nationale regering, die de verkiezingen van 1931 won.
Het Statuut van Westminster van 1931 bepaalde dat de parlementen van de dominions voortaan wetten konden aannemen zonder naar de wetten van het Verenigd Koninkrijk te verwijzen, en schafte diverse reservebevoegdheden af die de kroon en het parlement nog bezaten. Hierdoor nam paradoxaal genoeg het belang van de monarchie toe, aangezien de Dominions (niet langer ondergeschikt aan één oppermachtig Parlement in Westminster) nu verbonden waren door gemeenschappelijke trouw aan de Kroon.
George begon met de jaarlijkse Kerstuitzending door de vorst aan het Empire (meer recentelijk aan het Commonwealth), waarvan de eerste in 1932 werd uitgezonden.
In 1935 vierde de Koning zijn Zilveren Jubileum, een gelegenheid van grote publieke vreugde.
Hij overleed op 20 januari 1936 en zijn oudste zoon Edward volgde de troon op als Edward VIII.