Contrast is een van de basisbeginselen van de fotografie. Een goed begrip ervan is van cruciaal belang voor goede foto’s. Simpel gezegd is contrast het verschil tussen zwart en wit in je foto’s.
Het zijn de verschillende tinten zwart, grijs en wit; zonder die tinten zou er geen onderscheid zijn tussen licht en donker. In dit artikel gaan we echter kijken naar drie verschillende soorten contrast – die allemaal zeer effectief kunnen worden gebruikt in je fotografie.
Voordat we hiernaar kijken, een korte opmerking over wat hoog en laag contrast betekenen. Een foto met een hoog contrast heeft een volledig scala aan tonen van zwart tot wit, met sterke kleuren en texturen.
Als je in fel zonlicht fotografeert, krijg je een hoog contrast met heldere hooglichten en donkere schaduwen. Foto’s met weinig contrast hebben niet veel verschil tussen lichte en donkere tinten en kunnen gedempt, vlak of dof overkomen. Ze kunnen echter zeer suggestief zijn (bijv. beelden die in de mist zijn gemaakt).
Tonaal contrast
Tonaal contrast wordt gecreëerd door lichte en donkere tinten die direct naast elkaar liggen. Zo is bijvoorbeeld een witte bloem op een effen donkere achtergrond in een studio een klassiek voorbeeld van tonaal contrast. Tonaal contrast kan een zeer succesvolle manier zijn om de kijker door een beeld te leiden. Het oog wordt naar de lichte kleur in de afbeelding getrokken (d.w.z. de hoge lichten) en neemt dan de omringende details in zich op.
Tonaal contrast kan vooral succesvol zijn in zwart-witafbeeldingen en het is inderdaad gemakkelijker om het in b&w-opnamen te zien, omdat er geen kleur is om af te leiden. Een goede foto met tonaal contrast zal heel eenvoudig zijn, zodat de compositie afleidingen zal elimineren.
Kleurencontrast
Kleurencontrast is het idee dat kleuren meer impact hebben als ze worden gecombineerd met een contrasterende kleur. Je moet je echter wel bewust zijn van hoe kleuren werken. In grote lijnen kunnen kleuren worden onderverdeeld in warme kleuren en koude kleuren. Kleurcontrast werkt wanneer u een warme kleur combineert met een koude kleur. Om enkele voorbeelden te geven: de klassieke kleurcontrasten zijn rood/groen, oranje/blauw en geel/paars.
Dus, hoe maak je foto’s met een sterk kleurcontrast? De eenvoudigste manier is natuurlijk om ze zelf te maken. U kunt gekleurd papier kopen in een hobbywinkel en hiermee experimenteren, of een model vragen om bepaalde kleuren kleding te dragen. Kleurcontrasten komen ook van nature in de natuur voor.
Bloemen en fruit, bijvoorbeeld, hebben beide sterke kleurcombinaties en je vindt er vaak complementaire kleuren in.
Conceptueel contrast
Conceptueel contrast is een meer abstracte en minder voor de hand liggende vorm van contrast dan tonale en kleurcontrasten. Het heeft meer te maken met concepten en ideeën dan met feitelijke fysieke aspecten, maar het is even effectief om een beeld interessanter te maken. Het helpt om diepte toe te voegen en moedigt de kijker aan om zich met je foto bezig te houden.
Conceptueel contrast gaat over het zoeken naar iets dat opvalt in een afbeelding en een sterke toon of kleur heeft in vergelijking met de omgeving. Als je in een willekeurige omgeving rondkijkt, vind je vrijwel zeker iets dat hieraan voldoet! De kunst is een manier te vinden om dit contrast voor de kijker duidelijk te maken.
In zekere zin gaat het bij conceptueel contrast vaak om het gebruik van elementen van toon- en kleurcontrast en het combineren daarvan in een groter landschap. Het is een abstract idee, maar wel één dat je creativiteit echt kan verbeteren!