De heilige Hiëronymus, priester, monnik en Kerkarts, die bekend stond om zijn buitengewone geleerdheid en vertalingen van de Bijbel in het Latijn in de Vulgaat, wordt vandaag, 30 september, door de Kerk herdacht met zijn herdenking.
Naast zijn bijdragen als kerkvader en beschermheer van de latere katholieke geleerden, wordt Hiëronymus ook beschouwd als beschermheer van mensen met een moeilijke persoonlijkheid – vanwege de soms extreme aanpak die hij hanteerde bij het verwoorden van zijn geleerde opvattingen en de leer van de Kerk. Hij is ook opmerkelijk vanwege zijn toewijding aan het ascetische leven, en vanwege zijn aandringen op het belang van Hebreeuwse geleerdheid voor christenen.
Hiëronymus, rond 340 geboren als Eusebius Hieronymus Sophronius in het huidige Kroatië, kreeg christelijk onderricht van zijn vader, die hem naar Rome stuurde voor onderricht in retorica en klassieke literatuur. Zijn jeugd werd dus gedomineerd door een strijd tussen wereldse bezigheden – die hem in vele soorten verleiding brachten – en de neiging tot een leven in geloof, een gevoel dat werd opgeroepen door regelmatige uitstapjes naar de Romeinse catacomben met zijn vrienden in de stad.
Doopt in 360 door paus Liberius, reisde Hiëronymus veel door de kloosterlijke en intellectuele centra van het pas christelijke rijk. Toen hij terugkeerde naar zijn geboortestad, na het einde van een plaatselijke crisis veroorzaakt door de Ariaanse ketterij, studeerde hij theologie aan de beroemde scholen van Trier en werkte nauw samen met twee andere toekomstige heiligen, Chromatius en Heliodorus, die uitstekende leraren in de orthodoxe theologie waren.
Op zoek naar een leven dat meer leek op dat van de eerste generatie “woestijnvaders”, verliet Hiëronymus de Adriatische Zee en reisde oostwaarts naar Syrië, waarbij hij verschillende Griekse steden van burgerlijk en kerkelijk belang bezocht op weg naar zijn werkelijke bestemming: “Een woeste en steenachtige woestijn… waartoe ik mezelf uit angst of hel vrijwillig had veroordeeld, met geen ander gezelschap dan schorpioenen en wilde beesten.
Jerome’s brieven geven een levendig beeld van de verleidingen en beproevingen die hij gedurende verscheidene jaren als woestijnkluizenaar moest doorstaan. Niettemin, na zijn wijding door de bisschop van Antiochië, gevolgd door perioden van studie in Constantinopel en dienst in Rome voor Paus Damasus I, koos Jerome vanaf het midden van de jaren 1980 voorgoed voor een eenzaam en ascetisch leven in de stad Bethlehem.
Jerome bleef betrokken als scheidsrechter en als twistpunt in de Kerk, en diende als geestelijk vader voor een groep nonnen die zijn discipelen in Rome waren geworden. Monniken en pelgrims uit allerlei landen en culturen vonden ook hun weg naar zijn klooster, waar hij opmerkte dat “er evenveel verschillende koren de psalmen zingen als er volkeren zijn”.
Hiëronymus, die heidense literatuur als een afleiding afwees, begon Hebreeuws te leren van een christelijke monnik die zich van het jodendom had bekeerd. Enigszins ongebruikelijk voor een christelijke priester uit de vierde eeuw, studeerde hij ook met Joodse rabbijnen, waarbij hij ernaar streefde de verbinding tussen de Hebreeuwse taal en cultuur en de opkomende wereld van het Grieks- en Latijnsprekende christendom in stand te houden. Hij werd een secretaris van Paus Damasus, die hem de Vulgaat liet maken. Voorbereid door deze ondernemingen, besteedde Hiëronymus 15 jaar aan het vertalen van het grootste deel van de Hebreeuwse Bijbel in de gezaghebbende Latijnse versie. Zijn harde temperament en bijtende kritiek op zijn intellectuele tegenstanders maakten hem veel vijanden in de Kerk en in Rome en hij werd gedwongen de stad te verlaten.
Jerome ging naar Bethlehem, stichtte een klooster en leefde de rest van zijn jaren in studie, gebed en ascetisme.
St. Hiëronymus zei eens: “Ik interpreteer zoals ik moet, naar aanleiding van het bevel van Christus: ‘Doorzoek de Schriften,’ en ‘Zoekt en gij zult vinden.’ Want als, zoals Paulus zegt, Christus de kracht van God en de wijsheid van God is, en als de mens die de Schrift niet kent, de kracht en wijsheid van God niet kent, dan is onwetendheid van de Schrift onwetendheid van Christus.”
Nadat hij zowel de invallen van de barbaren in het Romeinse rijk had meegemaakt, als een opleving van onlusten als gevolg van meningsverschillen over de leer in de Kerk, stierf Hiëronymus in zijn klooster in Bethlehem in 420.