Sociale structuur
Het kastensysteem, dat de Indiase samenleving millennia lang heeft georganiseerd, is grondig gelegitimeerd door en verweven met de Hindoeïstische religieuze leer en praktijk. Hoewel primair verbonden met de Hindoe traditie, is het kastensysteem ook in zekere mate aanwezig onder Jains, Sikhs, en Christenen in Zuid-Azië.
Vier sociale klassen, of varna’s – Brahmanen, Kshatriya’s, Vaishya’s, en Shudra’s – bieden de vereenvoudigde structuur voor het enorm ingewikkelde systeem van duizenden kasten en subkasten. Volgens een passage uit de Purusha hymne (Rigveda 10.90), was de Brahman de mond van de Purusha, de Kshatriya zijn armen, de Vaishya zijn dijen, en de Shudra zijn voeten. Deze voorstelling van de Purusha, of kosmische mens, geeft een idee van de functies en onderlinge betrekkingen van de vier belangrijkste sociale klassen.
De drie belangrijkste klassen in de klassieke indeling van de Indiase samenleving zijn de Brahmanen, de krijgers, en de gewone mensen. De Brahmanen beweren, ongeacht hun wereldse bezigheden, op grond van hun geboorte de bevoegdheid te hebben de Veda te onderwijzen, rituele offers voor anderen te brengen en geschenken en levensonderhoud aan te nemen. De term aalmoes is misleidend; de dakshina die aan het einde van een ritueel aan een Brahman-official wordt aangeboden, is geen vergoeding maar een offer waardoor het ritueel wordt voltooid. Brahmanen worden beschouwd als de hoogste onder de kasten vanwege hun heiliging door de samskara’s (overgangsriten) en het naleven van beperkende regels. De voornaamste taak van de adel (de Kshatriya’s) is het beschermen van het volk en die van de gewone mensen (de Vaishya’s) is het hoeden van vee, het drijven van handel en het bewerken van land. Zelfs als een koning (theoretisch van Kshatriya afkomst) niet van adellijke afkomst was, was hij toch bekleed met goddelijk gezag als een handhaver van de dharma. Hij werd ingewijd door middel van een complex en zeer belangrijk ritueel; hij was de vleesgeworden Indra en andere goden (deva). De emblemen of parafernalia van zijn ambt vertegenwoordigen het soevereine gezag: de witte paraplu van de staat is bijvoorbeeld de verblijfplaats van Shri-Lakshmi, de godin van het geluk. Alle drie de hogere klassen moesten offeren en de Veda bestuderen, hoewel de verantwoordelijkheden van de Vaishya’s in heilige zaken minder veeleisend waren.
Volgens de teksten over dharma was het de plicht van de vierde klasse (de Shudra’s) om de anderen te dienen. Volgens de Hindoe-traditie mag de Veda niet worden bestudeerd in aanwezigheid van Shudras, maar zij mogen wel luisteren naar de recitatie van heldendichten en Purana’s. Het is hen toegestaan de vijf voornaamste handelingen van aanbidding te verrichten (zonder Vedische mantra’s) en observanties te verrichten, maar zelfs vandaag de dag houden zij er verschillende eigen ceremonies op na, die worden uitgevoerd zonder Brahmanische hulp. Ondanks de verklaringen in de teksten over dharma, was er een aanzienlijke fluïditeit in de status van de kasten. Gemeenschappen als de Vellalas, bijvoorbeeld, worden door Brahmanen als Shudras beschouwd, maar door andere groepen als een hoge kaste.
Volgens wordt er vaak onderscheid gemaakt tussen Shudras. Sommigen worden als zuiverder beschouwd en hebben een correcter gedrag en leefwijze dan anderen – de eersten neigen tot assimilatie met hogere kasten en de laatsten tot de laagste op de sociale ladder, die, vaak Chandala’s genoemd, al vroeg belast werden met vegen, het dragen van lijken en andere onreine bezigheden. Rituele zuiverheid was en is een belangrijk criterium; onzuiver gedrag en verwaarlozing van de Veda-studie en de regels betreffende verboden voedsel kunnen volstaan om de “tweemaal geborene” als een Shudra te stigmatiseren. Anderzijds is in latere tijden de tendens in vele gemeenschappen geweest om alle Shudra’s in het Brahmanisch systeem te integreren. De Brahmanen, die tot ver in de moderne tijd een gerespecteerde, traditionele, en soms intellectuele bovenlaag zijn gebleven, waren veelgevraagd wegens hun kennis van riten en tradities. Hoewel op de rang van Kshatriya aanspraak wordt gemaakt door velen wier titel er een is van functie of schepping en niet van vererving, is deze klasse thans zeldzaam in vele streken. Bovendien vertegenwoordigde gedurende lange tijd geen van de vier varna’s iets anders dan een reeks hiërarchisch geordende groepen kasten.