De aangegeven structuur is de intertuberculaire sulcus van het opperarmbeen.
De intertuberculaire sulcus, ook wel intertuberculaire groef of bicipitale groef genoemd, is een groef die de grote en kleine tuberkels van het opperarmbeen scheidt.
De pees van de lange kop van de bicepsspier loopt in deze groef en hecht aan op de tuberkel supraglenoid van het schouderblad. De korte kop van de bicepsspier daarentegen heeft zijn oorsprong op het processus coracoideus van het schouderblad.
De intertuberculaire sulcus is de plaats van drie belangrijke spieraanhechtingen:
- Pectoralis major
- Latissmus dorsi
- Teres major
De pectoralis major hecht aan de laterale lip van de intertuberculaire sulcus. De latissimus dorsi hecht aan de bodem van de intertuberculaire sulcus. De teres major hecht aan de mediale lip van de intertuberculaire sulcus. Het aanhechtingspunt van de latissimus dorsi ligt dus ingeklemd tussen de aanhechtingspunten van de teres major en de pectoralis major. Deze anatomische relatie kan worden onthouden met de mnemonic “de dame tussen twee majors”.
Lees meer over de anatomie van de humerus in deze tutorial.