Intra-uterine contraceptive device and pelvic inflammatory disease

Abstract

Uitgebreide, voornamelijk epidemiologische gegevens hebben ons geholpen om de sterkste risicofactoren van bekkenontstekingsziekten tijdens het gebruik van intra-uterine anticonceptiemiddelen te herkennen. Dit zijn de blootstelling van de gebruikster aan seksueel overdraagbare aandoeningen, de jonge leeftijd en de inbrenging van het hulpmiddel. Bovendien kunnen de pariteit van de gebruikster en het type hulpmiddel van invloed zijn op het risico van bekkenontsteking.

PIP: Sommige mensen zijn bezorgd dat het gebruik van een spiraaltje het risico op bekkenontstekingsziekten (PID) verhoogt, maar de omvang van het risico en het oorzakelijk verband tussen het gebruik van een spiraaltje en PID zijn niet duidelijk. Twee methodologische problemen bij deze studies zijn bias bij de selectie van de vergelijkingsgroep en het ontbreken van standaard diagnostische criteria voor PID. Niettemin hebben deze studies omstandigheden geïdentificeerd die het risico van PID tijdens IUD-gebruik verhogen. Het seksuele gedrag van de vrouw of haar partner bepaalt de blootstelling aan seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s). Ongeacht het gebruik van het spiraaltje lopen vrouwen met ten minste 4 seksuele partners een 3 maal hoger risico op PID dan vrouwen met slechts 1 partner. Onder IUD-gebruikers verhoogt een hogere coïtale frequentie (5-8 keer/maand) het risico op PID. Het inbrengen van een spiraaltje introduceert tijdelijke microbiële besmetting in de baarmoeder, waardoor het risico op PID gedurende de eerste 20 dagen na het inbrengen 6 maal hoger is. PID komt zelden voor bij vrouwen die langer dan 5 jaar een spiraaltje hebben, wat erop wijst dat het spiraaltje minder vaak moet worden vervangen. Jonge leeftijd alleen al is een risicofactor voor PID. Zo lopen vrouwen jonger dan 25 jaar een 2 tot 3 maal hoger risico op PID dan vrouwen ouder dan 25 jaar. Nullipariteit lijkt een risicofactor voor PID te zijn, maar niet een sterke factor. Het Dalkon Shield spiraaltje is uit de handel genomen omdat uit studies is gebleken dat het het risico op PID aanzienlijk verhoogt. Koper-afgevende spiraaltjes hebben mogelijk een lager risico op PID dan het Dalkon Shield. Uit studies blijkt dat vrouwen met een levonorgestrel vrijgevend spiraaltje aanzienlijk minder kans op PID hebben dan vrouwen met een koper vrijgevend spiraaltje. Vrouwen met een voor beide partijen stabiele relatie zijn het meest geschikt voor het gebruik van een spiraaltje. Artsen moeten SOA’s diagnosticeren en behandelen alvorens een spiraaltje in te brengen. Vervanging van het spiraaltje moet, indien mogelijk, worden beperkt. Vrouwen jonger dan 25 jaar, met name nulliparae, moeten het gebruik van een spiraaltje vermijden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *