Intrinsieke factor, een glycoproteïne (d.w.z. een complexe verbinding die zowel polysaccharide- als eiwitbestanddelen bevat) waarmee vitamine B12 (cyanocobalamine) moet worden gecombineerd om door de darm te kunnen worden opgenomen. Intrinsieke factor wordt afgescheiden door de pariëtale cellen van de maagklieren in de maag, waar het zich bindt met de vitamine. Op die manier gebonden, beschermt de intrinsieke factor vitamine B12 tegen vertering als het door het maagdarmkanaal gaat en vergemakkelijkt het de absorptie van de vitamine in de kronkeldarm van de dunne darm. Vitamine B12 is nodig voor de rijping van rode bloedcellen. Een gebrek aan intrinsieke factor kan resulteren in onvoldoende absorptie van de vitamine en pernicieuze anemie veroorzaken.
De term intrinsieke factor werd eind jaren 1920 bedacht door de Amerikaanse arts William B. Castle, wiens onderzoek naar de oorzaak van pernicieuze anemie aangaf dat er twee stoffen bij betrokken waren: een die in het lichaam wordt aangemaakt (intrinsiek) en de andere – een extrinsieke factor, later geïdentificeerd als vitamine B12 – die via de voeding wordt toegediend.