Ten eerste moet je er altijd voor zorgen dat je ongebruikte moedermelk binnen een half uur nadat je baby is gestopt met voeden, in de koelkast zet. Als u de melk langer laat staan, kunnen er bacteriën ontstaan door speeksel dat tijdens het voeden in de melk terechtkomt. Zodra u een flesje moedermelk in de koelkast hebt gezet, zal het vet zich van de melk beginnen te scheiden, dus zorg ervoor dat u het bakje goed schudt voordat u het opnieuw opwarmt.
Om de melk goed opnieuw op te warmen, verwarmt u wat water op het fornuis en zet u het bakje melk in het hete (maar niet kokende) water; verwarm moedermelk nooit in de magnetron. Als u een gedeeltelijk gebruikt flesje moedermelk eenmaal hebt opgewarmd, is het over het algemeen veilig om het flesje nog één keer op te warmen voordat u het ongebruikte deel weggooit.
Gebruik echter uw gezonde verstand – net als gewone melk kunt u bedorven moedermelk ruiken! Onthoud dat elke keer dat u een flesje moedermelk opnieuw verwarmt, het een deel van zijn immunologische eigenschappen verliest, dus probeer zoveel mogelijk alleen de hoeveelheid af te kolven die uw baby kan eten.