Door Eric Canan
Op een zomerdag in het begin van de jaren tachtig, zat een tiener in zijn slaapkamer te kijken naar een onweersbui die ’s middags over het kustlandschap bij Rome trok. Zonder waarschuwing verscheen er plotseling een gloeiende bol ter grootte van een voetbal in de hoek van de kamer. De bol, die geen warmte of geur uitstraalde, zweefde ongeveer een meter voor hem en iets boven zijn hoofd. De jongen was stomverbaasd. De bal was donkergeel, volkomen ondoorzichtig, met een piekerig oppervlak dat bestond uit gelaagde vellen van langzaam golvend licht. Hij zweefde daar ongeveer 10 seconden voordat hij even geruisloos verdween als hij gekomen was. Hij had niet eens tijd om bang te zijn.
Andrea Aiello blijft gefascineerd door wat hij als jongen zag – en nu, als theoretisch natuurkundige aan het Max Planck Instituut voor de Wetenschap van het Licht in Duitsland, ontwikkelt hij er zijn eigen ideeën over. De meest waarschijnlijke verklaring is dat hij getuige was van bolbliksem, een zeldzame vorm van atmosferische elektriciteit die zachtjes boven de grond kan zweven binnen of buiten gebouwen en zelfs door gesloten ramen kan gaan. Wetenschappers over de hele wereld nemen het verschijnsel serieus, maar zijn niet in staat het te verklaren, te reproduceren of gezaghebbend te documenteren.
Er zijn hypotheses te over, maar weinig zekerheden. Sommigen geloven dat de oorsprong van het fenomeen ligt in het elektrische krachtenspel van enorme onweersbuien. Anderen denken dat het veroorzaakt wordt door blikseminslagen zelf. Enkelen geloven dat het een rommelig kluwen is van elektromagnetische veldlijnen die alleen over de aarde zwerven. Tot nu toe kan geen van deze ideeën alles verklaren wat de bolbliksem lijkt te doen. Is het tijd om wat meer exotische alternatieven te overwegen? …