Gedraaide of “kurkentrekker” bies wordt door botanici Juncus effusus genoemd. In het noorden is de plant een kruidachtige vaste plant (snoei de uitgebloeide stengels in het vroege voorjaar weg). In warmere streken is hij halfwintergroen; in sommige warme klimaten kan hij zelfs invasief zijn, omdat hij zich via wortelstokken kan verspreiden.
Er zijn een aantal cultivars op de markt, die variëren in hoogte. Bijvoorbeeld:
- J. effusus ‘Curly Wurly’ (tot 8 inches hoog)
- J. effusus ‘Big Twister’ (tot 1 voet hoog, maar blijft vaak korter)
- J. effusus ‘Spiralis’ (12-18 inches hoog)
- J. effusus ‘Quartz Creek’ (tot 1 voet hoog, maar blijft vaak korter)
- J. effusus ‘Quartz Creek’ (18-36 inches hoog)
Plantenbeschrijving
Krullerig gedraaide stengels spiraalsgewijs uit hun kluiten op een manier die zeker in de smaak zal vallen bij iedereen die eigenzinnigheid in het landschap weet te waarderen. De gekrulde stengels van deze loofplant zijn donkergroen van kleur, waardoor ze een goede folie vormen voor planten met loof van een lichtere kleur.
Gewenste groeiomstandigheden, verzorging
Kurkentrekkerbiezen worden vaak genoemd als vaste planten voor de plantzones 4 tot 9, maar hierover bestaat niet veel overeenstemming. Sommige bronnen zeggen dat de planten slechts koudebestendig zijn tot zone 6.
Kweek deze vaste planten in de volle zon (gedeeltelijke schaduw in de meer zuidelijke zones). Het belangrijkste om te onthouden is dat ze van natte grond houden, ongeacht de grondsoort. Aangezien de soortplant Juncus effusus (zie hieronder) vaak aan de rand van moerassen of zelfs een paar centimeter in het water groeit, weet je dat ze moerassige grond verdragen. Zowel een neutrale als een zure pH-waarde van de grond is prima.
Er is weinig verzorging nodig om deze plant te kweken. Breng in het voorjaar een universele meststof of mestthee aan. Snoei stengels die bruin zijn geworden weg. Gelukkig zijn dit hertenbestendige vaste planten.
De beste toepassing in de landschapsarchitectuur is in watertuinen
Omdat ze in een paar centimeter stilstaand water kunnen groeien, bieden kurkentrekkerbiesplanten u een paar mogelijkheden bij het aanleggen van watertuinen:
- Kweek ze in bakken, die in het water verzonken kunnen worden (begraaf de kroontjes alleen niet meer dan 3 tot 4 centimeter)
- Kweek ze in de grond rond de randen van de waterpartij
Als u een paar stengels kunt missen, snijd ze dan af en voeg ze toe aan een bloemstuk, waar ze net zo veel pit zullen geven als in uw watertuin. Het zijn zeer architectonische planten die in bijna elke situatie een krachtig statement maken.
Meer over de soort (Juncus effusus)
De soort die over een groot deel van de wereld in het wild groeit, draagt de algemene namen “zachte bies” en “gewone bies”. J. effusus is inheems in Noord-Amerika en verschillende andere continenten. Hij groeit in kluiten van 2 tot 4 meter hoog met een vergelijkbare breedte. De wilde versie heeft echter niet de spiraalvormige stengels die de cultivars J. effusus ‘Big Twister’, J. effusus ‘Spiralis’, enz. tot zulke decoratieve landschapsplanten maken. Gewone bies heeft tamelijk oninteressante, rechte stengels. Hij groeit in de volle zon en in natte grond (zelfs in ondiep stilstaand water). Als rhizomateuze plant is hij nuttig om bodemerosie tegen te gaan.
Een kortere soort wilde bies (een voet hoog of minder) die u als onkruid zou kunnen beschouwen, is de paddenbies (J. tenuis). Zoals de naam al doet vermoeden, kan deze soort goed gedijen in de verdichte grond van het pad dat langs een oprijlaan loopt. In zijn zeer nuttige boek over onkruididentificatie, Wild Urban Plants of the Northeast, zegt Peter Del Tredici: “Paddenrus is een van de weinige planten die in dit boek worden behandeld en waarvoor de mens weinig toepassingen heeft gevonden.” (300)
Wat zijn de verschillen tussen biesjes, riet en grassen?
Omdat de meeste mensen bekend zijn met het begrip “gras” en niet met de begrippen “bies” en “riet”, worden planten in de laatste twee categorieën vaak ten onrechte als grassen aangemerkt. Hier volgt een overzicht van de drie plantenfamilies:
- Sedgefamilie (Cyperaceae): stengels hebben drie randen (d.w.z, ze zijn driehoekig in doorsnede)
- Rush familie (Juncaceae): stengels zijn meestal rond
- Grass familie (Poaceae): stengels hebben de neiging om meer afgeplat