Latex, colloïdale suspensie, ofwel de melkwitte vloeibare emulsie die wordt aangetroffen in de cellen van bepaalde bloeiende planten, zoals de rubberboom (Hevea brasiliensis), ofwel een van de diverse gefabriceerde wateremulsies bestaande uit synthetisch rubber of kunststof.
Jan-Pieter Nap
Het plantaardige product is een complex mengsel van stoffen, waaronder diverse gomharsen, vetten of wassen en, in sommige gevallen, giftige verbindingen, gesuspendeerd in een waterig medium waarin zouten, suikers, tannines, alkaloïden, enzymen en andere stoffen zijn opgelost. Het wordt vooral geproduceerd door de cellen van planten van de onderfamilie Asclepiadoideae en andere van de familie Apocynaceae, maar ook door die van de families Sapotaceae, Euphorbiaceae, Papaveraceae, Moraceae, en Asteraceae. De latex circuleert in vertakte buisjes die in de lengte door de weefsels van de plant dringen, stoffen geleiden en als uitscheidingsreservoir fungeren. De voornaamste handelsprodukten van latex zijn rubber, gutta-percha, chicle en balata. De latex van de opiumpapaver (Papaver somniferum) is de bron van opium en het alkaloïde morfine.
In de verf- en coatingsindustrie zijn waterige dispersiepolymeren, of polymeeremulsies die latexen worden genoemd, sinds het eind van de jaren veertig op grote schaal in gebruik gekomen. Deze synthetische latexen bevatten een bindmiddel dat in het water is gedispergeerd en vormen films door samensmelting van de plastic deeltjes wanneer het water verdampt. De eigenschappen van de films – zoals hardheid, flexibiliteit, taaiheid, hechting, kleurbehoud en bestendigheid tegen chemicaliën – hangen af van de samenstelling van de kunststof. Polymeren op basis van butadieen-, styreen-, vinylacetaat- en acrylmonomeren zijn in de handel gebruikt.