Bijbelverzen voor leraren
Ben jij een christelijke leraar? Op een bepaalde manier zijn we allemaal leraren op een bepaald punt in ons leven. Of het nu lesgeven is op een school, in de kerk, thuis, of waar dan ook, onderwijs wat gepast en juist is. Heb vertrouwen in de Heer, gedraag je op een eervolle manier en breng wijsheid aan de toehoorders.
Als je een Bijbelleraar bent, dan zul je je leerlingen de Schrift te eten geven, maar stel dat je een wiskundeleraar bent, dan zul je de Schrift niet onderwijzen.
Wat je wel kunt doen is de principes van de Bijbel gebruiken om je een betere en effectievere leraar te maken.
Quotes
- “Een leraar die niet dogmatisch is, is gewoon een leraar die niet onderwijst.” G.K. Chesterton
- “Goede leraren weten hoe ze het beste in leerlingen naar boven kunnen halen.” – Charles Kuralt
- “De invloed van een goede leraar kan nooit worden uitgewist.”
- “Er is een groot hart voor nodig om kleine geesten te helpen vormen.”
- “Leraren die van lesgeven houden, leren kinderen om van leren te houden.”
Wat zegt de Bijbel?
1. 1 Timoteüs 4:11 “Leer deze dingen en sta erop dat iedereen ze leert.”
2. Titus 2:7-8 “Moedig op dezelfde manier de jonge mannen aan om verstandig te leven. En zelf moet u een voorbeeld voor hen zijn door goede werken van allerlei aard te doen. Laat in alles wat u doet de integriteit en ernst van uw onderwijs tot uiting komen. Leer de waarheid, zodat uw onderwijs niet bekritiseerd kan worden. Dan zullen zij die zich tegen ons verzetten zich schamen en niets slechts over ons te zeggen hebben.”
3. Spreuken 22:6 “Leer een kind de weg, die het moet gaan, en als het oud geworden is, zal het daarvan niet afwijken.”
4. Deuteronomium 32:2-3 “Laat mijn onderwijs op u vallen als regen; laat mijn spreken als dauw op u neerdalen. Laat mijn woorden vallen als regen op teder gras, als zachte regen op jonge planten. Ik zal de naam van de Heer verkondigen; hoe glorieus is onze God!”
5. Spreuken 16:23-24 “Het hart van de wijze leert zijn mond, en zijn lippen leren. Welgevallige woorden zijn als een honingraat, zoet voor de ziel en gezond voor het gebeente.”
6. Psalm 37:30 “De mond der rechtvaardigen spreekt wijsheid uit, en hun tong spreekt wat rechtvaardig is.”
7. Kolossenzen 3:16 “Laat de boodschap over Christus, in al zijn rijkdom, uw leven vervullen. Onderricht en raadpleeg elkaar met alle wijsheid die Hij geeft. Zingt psalmen, lofzangen en geestelijke liederen voor God met een dankbaar hart.”
De gave van het onderwijzen.
8. 1 Petrus 4:10 “Als goede dienaren van Gods genade in haar verschillende vormen, dient elkander met de gave die ieder van u ontvangen heeft.”
9. Romeinen 12:7 “Als uw gave het dienen van anderen is, dien hen dan goed. Als je een leraar bent, onderwijs dan goed.”
Hulp van de Heer.
10. Exodus 4:12 “Ga nu heen; Ik zal u helpen spreken en u leren wat gij zeggen moet.”
11. Psalm 32:8 “Ik zal u onderwijzen en u leren op den weg, dien gij gaan zult: Ik zal u leiden met Mijn oog.”
12. Deuteronomium 31:6 “Wees sterk en moedig. Vrees niet en wees niet bevreesd voor hen, want het is de HEERE, uw God, die met u gaat. Hij zal u niet verlaten of verlaten.”
13. Lucas 12:12 want “de Heilige Geest zal u in dat uur leren wat u moet zeggen.”
14. Filippenzen 4:13 “Ik kan alle dingen doen door Christus, Die mij versterkt.”
Studenten
15. Lucas 6:40 “Leerlingen zijn niet groter dan hun leraar. Maar de leerling die volledig is opgeleid, zal worden als de leraar.”
16. Mattheüs 10:24 “De leerling staat niet boven de leraar, noch een knecht boven zijn meester.”
Herinneringen
17. 2 Timotheüs 1:7 “Want God heeft ons niet gegeven den geest der vreze, maar des krachts, en der liefde, en des verstands.”
18. 2 Timoteüs 2:15 “Doe uw best om uzelf aan God voor te stellen als iemand die goedgekeurd is, een arbeider die niet beschaamd hoeft te worden en die het woord van de waarheid juist behandelt.”
19. Galaten 5:22-23 “Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, zachtmoedigheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid; tegen dezulken is geen wet.”
20. Romeinen 2:21 “Welaan dan, als gij anderen onderwijst, waarom onderwijst gij uzelf dan niet? U zegt anderen niet te stelen, maar steelt u zelf?”
21. Spreuken 3:5-6 “Vertrouw op de Here met uw ganse hart, en leun niet op uw eigen verstand. Op al uw wegen zult gij Hem erkennen, en Hij zal uw wegen leiden.”
Voorbeelden
22. Lucas 2:45-46 “Toen zij hem niet vonden, gingen zij naar Jeruzalem terug om hem te zoeken. Na drie dagen vonden zij hem in de tempelhoven, zittende tussen de leraars, terwijl hij naar hen luisterde en hen vragen stelde.”
23. Johannes 13:13 “Jullie noemen mij Leraar en Heer, en jullie hebben gelijk, want dat is wat ik ben.”
24. Johannes 11:28 “Nadat zij dit gezegd had, ging zij terug en riep haar zuster Maria terzijde. “De Meester is hier,” zei ze, “en vraagt naar u.”
25. Johannes 3:10 “Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zijt gij de leraar van Israël en verstaat gij deze dingen niet?”