Mandinka-stam in Gambia

Inleiding:
De Mandinka van Gambia zijn de grootste etnische bevolkingsgroep van het land. Ze worden ook wel Mandingo, Malinke of Mande genoemd en vormen 42% van de bevolking van Gambia.
Zij zijn wijdverspreid in heel West-Afrika, vooral in Mali, Mandinka manSenegal en Guinee. In de tweede helft van de 19e eeuw bekeerden de Mandinka zich tot de Islam tot vandaag de dag kan men zeggen dat 99% Moslim is. Hun muzikale kenmerk is de Kora, gevolgd door de Balafon, die griots en ‘Jalis’ gebruiken om de geschiedenis van de Mandinka te vertellen.
GriotIn het land houden zij zich van oudsher bezig met de pindateelt of de visserij. Onder president Kairaba Jawara (een Mandinka) namen zij tussen 1962 en 1994 een vooraanstaande plaats in op het politieke toneel, totdat Yahya Jammeh (een Jola) in 1994 via een staatsgreep zonder bloedvergieten de macht overnam.
Traditionele sociale klassenstructuur:
Traditioneel was de Mandingo samenleving verdeeld in vier hoofdgroepen. De Slaven, de Kaste, de Burgers en de Adel.
De edelen waren leden van het koningshuis of potentiële machthebbers zoals grote oorlogsleiders en hun familieleden.
De mensen die tot de tweede sociale groep behoorden, waren de gewone burgers, waaronder boeren, handelaren, geestelijken en marabouts. Zowel de adellijke als de gewone klasse werden beschouwd als vrijgeborenen.
De derde klasse waren de leden van de kaste of ambachtslieden, zoals griots, smeden, timmerlieden en leerbewerkers. Huwelijken met deze groep uit hogere kasten waren streng verboden en waren beperkt tot elk beroep. Deze groep was verder onderverdeeld in subklassen van onderdanigheid. Bovendien huwde deze lagere kaste niet met een andere hogere of lagere kaste, zoals slaven, hoewel zij zich wel hechtten aan een vrijgeboren familie. In dit gebied namen de griots een bijzondere plaats in vanwege hun unieke relatie tot de leden van de heersende klasse en die als mondelinge geschiedschrijvers het collectieve geheugen van de stam en het dorp vertegenwoordigden.
Aan de onderkant van de sociale ladder bevonden zich de slaven. Dit was het geval in Gambia, evenals in andere West-Afrikaanse gebieden. Zelfs hier waren er twee soorten. Huishoud- en landbouwslaven die in familiekring werden opgenomen en beter werden behandeld dan de tweede soort slaven die meestal krijgsgevangene waren of gevangen genomen bij overvallen op plaatselijke dorpen. De relatie tussen de huisslaaf en bepaalde families kon vele generaties voortduren. De oorlogsslaaf werd in principe als koopwaar behandeld en zo snel mogelijk verhandeld.
Deze sociale structuur van de Mandinkas gold ook voor veel van Gambia’s andere stammen, hoewel deze tot op zekere hoogte is afgebroken, maar nog steeds vrij strikt is met betrekking tot het huwelijk met een van de ambachtslieden. Vandaag de dag bestaan de ‘slaven’ alleen nog in naam, omdat hun voorouders ooit uit slavenfamilies stamden. Tot op de dag van vandaag bezoeken sommigen echter nog steeds hun voormalige patronhuishoudens.
Macht en regering:
Het bestuurssysteem van de Mandinka-traditie bestaat uit drie lagen. De eerste laag is die van het gezin, waar het oudste mannelijke lid van een gezin automatisch het hoofd is en het laatste woord heeft bij geschillen of beslissingen over huwelijken, begrafenisrituelen enzovoort, binnen het gezin.
Het dorpshoofd was het oudste lid van de familie die als eerste de nederzetting stichtte. Ook hier was zijn beslissing beslissend bij geschillen of traditionele rituelen, hoewel hij advies vroeg en deelnam aan de dorpsraad van oudsten die bijeenkwamen om belangrijke zaken te bespreken die het dorp betroffen.
Op het niveau van de staat berustte de uiteindelijke macht bij de “Mansa” of opperhoofd. Hij was verantwoordelijk voor de bescherming van de dorpen binnen de staat in ruil voor een jaarlijkse belastingheffing. Hij was ook de rechter en jury voor ernstige misdaden. Ook hier vroeg hij advies aan de oudsten van zijn familie, de hoofden van het leger en sommige dorpsoudsten, maar zijn beslissingen waren definitief.
De oorsprong van de Mandinkas in Gambia gaat terug tot Manding (Kangaba), één van de staten van het oude Mali Rijk.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *