MRD: Minimal residual disease, bewijs voor de aanwezigheid van residuele kwaadaardige cellen, zelfs wanneer er zo weinig kankercellen aanwezig zijn dat ze niet met routinematige middelen kunnen worden gevonden. Met tests op minimaal residuele ziekte (MRD) kunnen sommige vroege tumoren worden opgespoord. Bij een patiënt die is behandeld, wijst de opsporing van MRD erop dat de behandeling onvolledig is. MRD kan dus een onderscheid maken tussen patiënten die een intensieve en mogelijk meer toxische therapie nodig hebben en patiënten die dat niet hebben. Het algemene uitgangspunt van MRD is dat kennis van MRD de klinische zorg doeltreffend kan sturen en het genezingspercentage kan verhogen.
Er zijn een aantal verschillende technieken om MRD op te sporen. Tot die technieken behoren flowcytometrie en PCR (de polymerasekettingreactie). Met deze laboratoriummethoden kunnen zeer weinig abnormale cellen worden opgespoord te midden van de vele normale cellen, die sterk in aantal kunnen toenemen.
Flowcytometrie: Een flowcytometer, een op laser gebaseerd instrument, wordt bij MRD-detectie gebruikt om een celmonster te analyseren en de eventueel in het monster aanwezige kwaadaardige cellen te tellen. Het celmonster kan afkomstig zijn van bloed of beenmerg. De cellen worden gekleurd met een aantal verschillende antilichamen die specifiek zijn voor verschillende antigenen waarvan bekend is dat zij door de kwaadaardige cellen tot expressie worden gebracht. De antilichamen zijn voorzien van fluorescerende markeringen zodat de flowcytometer ze kan detecteren en zo de kwaadaardige cellen kan tellen. Deze technologie kan één leukemische cel detecteren tussen 10.000 of meer normale cellen.
PCR: Tests op MRD met behulp van de polymerasekettingreactie (PCR) kunnen kwaadaardige cellen identificeren op basis van hun karakteristieke chromosoomherschikkingen. PCR kan bijvoorbeeld het Philadelphia-chromosoom (Ph) opsporen, dat wordt aangetroffen bij ongeveer 95% van de patiënten met chronische myeloïde leukemie (CML), 2%-10% van de kinderen met acute lymfoblastische leukemie (ALL), en 20%-50% van de volwassenen met ALL. Ph ontstaat door een wederkerige translocatie tussen de chromosomen 9 en 22 waardoor een chimeer (hybride) gen, bcr-abl genaamd, ontstaat dat de maligniteit veroorzaakt. Met PCR kan het chimerische bcr-abl boodschapper-RNA transcript worden opgespoord. Met PCR is het mogelijk één Ph-positieve cel op een miljoen normale cellen op te sporen.
SLIDESHOW
Symptomen van huidkanker, soorten, beelden Zie diashow