Door Chelsea Whyte
De meest voorkomende Chinese reuzensalamander (Andrias davidianus) blijkt een van drie vergelijkbare soorten te zijn
Nature Picture Library / Alamy Stock Photo
De Chinese reuzensalamander, de grootste amfibie ter wereld, wordt met uitsterven bedreigd – en nu is duidelijk geworden dat er ten minste drie verschillende soorten van dit dier zijn, die elk op een andere manier moeten worden beschermd om te voorkomen dat ze uitsterven.
De Chinese reuzensalamander is een reusachtig dier, waarvan bekend is dat hij wel 1,8 meter lang kan worden. Ze zijn zeer zeldzaam in het wild, maar er worden er miljoenen gehouden in kwekerijen.
Advertentie
Maar deze boerderijdieren, zo weten we nu, vertegenwoordigen voornamelijk een van de drie soorten die in heel China voorkomen – Andrias davidianus. De andere soorten zijn “grotendeels uit het wild verdwenen,” zegt Samuel Turvey van de Zoological Society of London, UK. “Elke afzonderlijke soort vereist een gericht en afzonderlijk instandhoudingsbeheer, zowel om eventueel overgebleven wilde populaties te lokaliseren als om hopelijk soortspecifieke instandhoudingsfokprogramma’s op te zetten,” zegt Turvey.
Turvey en zijn collega’s analyseerden DNA uit lever-, spier- of botmonsters van 41 Chinese reuzensalamanders, waarvan sommige museumexemplaren waren. Deze dieren waren afkomstig uit vier rivierbekkens in negen Chinese provincies. Het team vond drie verschillende soorten uit het zuiden, midden en oosten van China.
“Van oudsher werd gedacht dat Chinese reuzensalamanders tot één soort behoorden,” zegt Turvey. Een van de nieuw benoemde soorten, Andrias sligoi, wordt de Zuid-Chinese reuzensalamander genoemd. De andere, die uit Huanghsan komt, moet nog worden benoemd.
Turvey suggereert dat de Zuidchinese reuzensalamander waarschijnlijk de grootste van de drie is en bijna 2 meter lang kan worden.
Deze dieren worden op grote schaal door mensen in China verplaatst om boerderijen te bevoorraden voor voedsel, en worden soms gebruikt voor medicinale doeleinden. Door deze verplaatsing is het moeilijk vast te stellen waar ze vandaan komen en hoe deze drie soorten van elkaar zijn gescheiden.
Maar uit de genetische analyse blijkt dat de verschillende soorten zich tussen 3,1 en 2,4 miljoen jaar geleden van elkaar hebben afgesplitst, wat samenvalt met een periode van bergvorming, toen het Tibetaanse Plateau oprees. Die bergen zouden reuzensalamanderpopulaties geïsoleerd kunnen hebben en geleid hebben tot de verschillende soorten, zegt Turvey.
De kweek is ontstaan in de provincie Shaanxi, centraal China, en de gekweekte bestanden bestaan voornamelijk uit de centraal-Chinese soort Andrias davidianus, zegt hij. Dieren van deze soort die in het wild gevangen worden, kunnen ontsnapt zijn uit kwekerijen of opzettelijk zijn vrijgelaten als onderdeel van natuurbeschermingsinspanningen. “De oorspronkelijke lokale populaties zijn bijna volledig uitgeroeid.”