Het mysterie van Mallory & Irvine ’24
Door Liesl Clark en Audrey Salkeld
“De vraag blijft, ‘Is de Mount Everest al beklommen?’ Die vraag moet onbeantwoord blijven, want er is geen direct bewijs. Maar rekening houdend met alle omstandigheden die ik heb opgesomd …. en met hun positie toen ze voor het laatst gezien werden, denk ik dat het zeer waarschijnlijk is dat Mallory en Irvine erin geslaagd zijn.”
Noel Odell, in The Fight for Everest 1924
De noordzijde van Everest vanuit het basiskamp, 1924.
In het midden van de jaren twintig waren de verste uithoeken van de aarde al verkend: de Noord- en Zuidpool waren bereikt, de bronnen van ’s werelds grootste rivieren waren ontdekt. Alleen de “Derde Pool”, de top van de hoogste berg ter wereld, de Mount Everest, moest nog worden opgeëist. In 1924 stond een Britse expeditie klaar om die claim te maken. Ten tijde van hun eerste Everest-poging, in 1921, had nog geen enkele klimmer zich boven de 24.600 voet gewaagd. Het was onduidelijk of klimmers hoger konden klimmen en toch konden overleven, en of extra zuurstof zou helpen. Elke stap hoger op Everest was nieuw terrein, fysiologisch onbekend, en in juni 1924 bevonden twee klimmers zich in hun hoogste kamp op de berg, klaar om een poging te wagen om de top te bereiken.
De achtendertigjarige George Leigh Mallory had deelgenomen aan de twee vorige Britse expedities naar Everest in de jaren 1920. Hij werd gevierd als één van de bekwaamste rotsklimmers van Groot-Brittannië, en hij had zichzelf bewezen als een sterke klimmer op grote hoogte tijdens de Everest expedities van 1921 en 1922. Andrew “Sandy” Irvine, toen pas 22 jaar oud, had geen ervaring in de Himalaya of in het klimmen op grote hoogte. Maar hij was bedreven in het repareren van de omstreden zuurstofapparatuur die de Britse klimmers op grote hoogte gebruikten. De plaatselijke Tibetanen en Sherpa’s lachten om de vreemde flessen met wat zij “Engelse lucht” noemden.”
Bij eerdere pogingen had Mallory instinctief aangevoeld dat het gebruik van zuurstofflessen om te helpen ademen in de ijle lucht op de één of andere manier onsportief was. Op deze derde expeditie begon Mallory het idee te begrijpen dat zonder dergelijke kunstmatige hulp Everest nooit beklommen zou worden. En voor Mallory zou Irvine zijn ticket zijn naar succes op de top van Everest, want Irvine kon de onbetrouwbare tuigen die in die tijd gebruikt werden, uit elkaar halen en heropbouwen. Irvine had een apparaat gefabriceerd dat hij “Mark V” noemde. Hoewel hij erin geslaagd was vijf pond van de normale versie af te halen, woog zijn herziene zuurstoftuig nog steeds ongeveer 30 pond. Bovendien waren de zuurstoftanks berucht om hun onbetrouwbaarheid. 38 tanks bleken dat jaar lekken te hebben.
Andrew “Sandy” Irvine
Nadat twee pogingen zonder gebruik te maken van extra zuurstof de expeditie niet hoger dan ongeveer 28.125 voet hadden gebracht, besloot Mallory om nog één keer een allesomvattende aanval uit te voeren met gebruik van het omstreden gas. Op de ochtend van 6 Juni, na een ontbijt van ingeblikte sardines, vertrokken George Mallory en de jonge Sandy Irvine vanop de top van de Noordelijke Col op 23.100 voet, hopende om drie dagen later de top te bereiken. Ze passeerden Howard Somervell, die zijn camera uitleende aan Mallory. Er werd gezegd dat Somervell niet verbaasd was, omdat Mallory berucht was om zijn vergeetachtigheid.
Mallory en Irvine werden het laatst gezien, door de mist, in de vroege namiddag van 8 juni door geoloog Noel Odell, die hen ter ondersteuning volgde. Hij zag twee zwarte figuren – niet meer dan stippen – een rotspunt naderen en beklimmen, de Tweede Trede genaamd, aan de skyline van de berg, “dicht bij de basis van de toppiramide.” Voor Odell leken ze sterk te gaan en, hoewel lager dan hij verwachtte, was hij er zeker van dat ze de top zouden halen. Toen kwamen er weer wolken opzetten en Odells prikkelende visioen ging voorgoed verloren.
Kort daarna werd een plotselinge sneeuwstorm de bovenste hellingen bedekt met een dun laagje nieuwe sneeuw. Toen Odell aankwam in het hoge kamp, merkte hij dat er hardware van het zuurstofapparaat verspreid lag in de tent van Mallory en Irvine. Het lijkt erop dat Irvine hard aan het werk was om de laatste aanpassingen aan hun zuurstofflessen uit te voeren voor hun vertrek naar de top. Zou dit ertoe geleid kunnen hebben dat ze te laat vertrokken voor hun poging om de top te bereiken? Odell trok zich terug op de Noordelijke Col maar bleef de hele nacht uitkijken naar tekens van leven boven hem. Die waren er niet, en toen Odell twee dagen later aan de lange klim begon terug naar het laatste kamp van Mallory en Irvine, was er niet veel hoop om zijn kameraden terug te vinden. Niemand was teruggegaan naar de tent. De expeditie moest aanvaarden dat Mallory en Irvine verloren waren.
Een paar tegenstrijdige aanwijzingen werden door latere klimmers gevonden:
Deze ijsbijl, waarvan men denkt dat die van Sandy Irvine was, is één van de enige materiële bewijzen in de zaak van de verdwijning van de klimmers.
1. In 1933 werd een ijsbijl gevonden op de route op 27.750 voet. Er waren drie inkepingen op te zien, het kenmerkende merkteken dat Irvine op sommige van zijn bezittingen had aangebracht.
2. De route van Mallory werd uiteindelijk voltooid door een Chinese expeditie in 1960, maar hoewel er de laatste jaren honderden klimmers naar de Noordzijde en de Noordoostelijke Rand van Everest zijn geweest, is het nog steeds niet geweten of Mallory en Irvine de Tweede Trede hadden kunnen beklimmen, een rotspunt die volgens de huidige normen een zeer moeilijke beklimming zou zijn zonder de hulp van vaste touwen, ankers, of een ladder die vandaag door klimmers gebruikt wordt. De Chinese klimmers in 1960 moesten naar verluidt op elkaars schouders staan met hun laarzen uit, wat resulteerde in bevriezing en het verlies van tenen.
3. Tenslotte werd in 1975 een lichaam gevonden op 750 voet direct onder de ijsbijl door een Chinese klimmer die in zijn gebroken Engels meldde dat de klimmer een “Engelse dode” was. Toen hij de kleren van de dode klimmer aanraakte, viel de stof uit elkaar in zijn vingers, wat erop wijst dat de klimmer hier al vele jaren lag. Zou dit het lichaam van Irvine kunnen zijn, die viel van de plaats waar zijn ijsbijl werd gevonden? Dit laatste bewijsstuk, dat op 27.000 voet ligt, heeft een team van bergbeklimmers naarEverest gebracht om naar de plaats te klimmen waar het lichaam zou zijn gevonden.
Model B
Tot op de dag van vandaag weet niemand wat er met George Mallory en Sandy Irvine is gebeurd. We weten ook niet of ze de sneeuw van de top hebben bedwongen, bijna dertig jaar eerder dan Edmund Hillary en Sherpa Tenzing Norgay, maar hun namen leven voort in de Everest legende. Toen bijvoorbeeld in de jaren ’30 de overblijfselen van Mallory’s kamp gevonden werden, bevond zich tussen de brokstukken een werkende toorts, die ook noodfakkels bevatte. Had Mallory’s vergeetachtigheid hem de middelen ontnomen om aan zijn kameraden beneden te laten weten dat hij en Irvine hoog op de berg voor hun leven vochten? De camera van Sommervell, die aan Mallory uitgeleend werd, ligt nog steeds hoog op de hellingen van Everest. Als ze gevonden worden, kunnen de beelden erin onthullen of ze de top haalden of stierven tijdens hun dappere poging om als eersten op de top van de wereld te staan.
Volg ons terwijl we de mysteries rond de verdwijning van Mallory en Irvine proberen te ontrafelen.
Mallory | Irvine | Somervell | Breashears over Mallory & Irvine | Voices from the Past
Foto’s: (1) Courtesy of the John Noel Photographic Collection; (2,3) Salkeld Collection; (4) Courtesy of the John Noel Photographic Collection; (5) Courtesy of The Alpine Club.
Lost on Everest | High Exposure | Climb | History & Culture | Earth, Wind, & Ice