Behandeling
Hoewel het dragen van een brace of gips het ongemak van een osteochondrale laesie kan verlichten, zijn ze meestal niet voldoende om het probleem blijvend te verhelpen, behalve bij kinderen, die goed kunnen reageren op een niet-chirurgische behandeling.
Voor volwassenen is voor een dergelijke aandoening meestal een operatie nodig. Het soort operatie dat het meest effectief is, hangt af van de grootte, de plaats en de ernst van de laesie. Meestal zal een chirurg een arthroscopische exploratie en behandeling uitvoeren. Het beschadigde kraakbeen wordt schoongemaakt en verwijderd. Als de schade klein is, kan de chirurg in het bot boren, wat een kleine bloeding veroorzaakt en de genezing bevordert. Als de schade groot is, kan een bottransplantaat worden ingebracht om het kraakbeen te vervangen. Voor oudere patiënten kan een knieprothese een optie zijn. Het is geen optie voor jongere patiënten, omdat de kans op falen van de knieprothese en de noodzaak van revisie groter is bij jongere patiënten.
Na de operatie moet er gedurende vier tot zes weken geen gewicht op de aangedane knie of enkel worden gezet. In sommige gevallen moet gedurende die hele of een deel van die periode gips worden gedragen. Daarna wordt fysiotherapie aanbevolen om de aangedane knie of enkel te revalideren. De overgrote meerderheid van de patiënten ervaart geen pijn of zwelling, zelfs 10 jaar na de chirurgische behandeling van dergelijke letsels in de enkel. Behandelingen van letsels in de knie zijn uitdagender, maar hebben ook veelbelovende resultaten.