Studies naar de incidentie en het spectrum van complicaties en prognostische factoren bij volwassenen met pneumokokkenmeningitis zijn schaars. Daarom analyseerden wij 87 opeenvolgende gevallen die tussen 1984 en 2002 op onze afdeling werden behandeld. Meningitis-geassocieerde intracraniële complicaties ontwikkelden zich in 74,7% en systemische complicaties in 37,9% van de gevallen. Diffuus hersenoedeem (28,7%) en hydrocefalus (16,1%) kwamen vaker voor dan eerder gerapporteerd. De incidenties van arteriële (21,8%) en veneuze (9,2%) cerebrovasculaire complicaties waren eveneens zeer hoog. Bovendien ontstonden in 9,2% van de gevallen spontane intracraniële bloedingen (twee patiënten met subarachnoïdale en twee met subarachnoïdale en intracerebrale bloedingen, alle in associatie met vasculitis; één patiënt met een intracerebrale bloeding als gevolg van sinustrombose; en drie gevallen met intracerebrale bloedingen van onbekende oorzaak). Andere nieuwe bevindingen waren de incidentie van acute ruggenmergdysfunctie als gevolg van myelitis (2,3%) en die van gehoorverlies (19,5% van alle patiënten en 25,8% van de overlevenden). De sterfte in het ziekenhuis bedroeg 24,1%. Slechts 48,3% van de patiënten had een goed resultaat bij ontslag. Het resultaat veranderde niet tijdens de studieperiode, aangezien het sterftecijfer en de GOS vergelijkbaar waren voor patiënten die tussen 1984 en 1992 werden behandeld en voor patiënten die tussen 1993 en 2002 werden behandeld. Factoren die geassocieerd werden met een slechte uitkomst (GOS </= 4) waren chronische invaliderende ziekten, lage Glasgow Coma Scale Score en focale neurologische tekorten bij opname, lage CSF leukocyten aantallen, pneumonie, bacteriëmie en meningitis-geassocieerde intracraniële en systemische complicaties. Een laag aantal leukocyten in de CSF was ook geassocieerd met de ontwikkeling van intracraniële complicaties als gevolg van meningitis. Leeftijd > of =60 jaar was geassocieerd met een hogere mortaliteit (36,7 versus 17,5%), maar de GOS van de overlevenden was vergelijkbaar met die van de overlevende jongere patiënten. De doodsoorzaken waren meestal systemische complicaties bij de ouderen en cerebrale complicaties bij de jongere patiënten. Een hematogene pathogenese leek waarschijnlijk bij asplenische patiënten, terwijl besmetting door sinusitis of otitis de belangrijkste oorzaak van meningitis was bij niet-asplenische personen. Bovendien hadden asplenische patiënten een verhoogde incidentie van meningitis-geassocieerde intracraniële complicaties, maar hun uitkomst was vergelijkbaar met die van niet-asplenische personen. De morbiditeit en mortaliteit van pneumokokkenmeningitis bij volwassenen zijn nog steeds verwoestend. Wij melden hogere incidenties (diffuse hersenzwelling, hydrocefalus, cerebrovasculaire complicaties) of nieuwe incidenties (myelitis, gehoorverlies, subarachnoïdale bloedingen) van intracraniële complicaties. Onze gedetailleerde analyse van prognostische factoren kan clinici helpen risicopatiënten te identificeren en kan ook nuttig zijn bij het opzetten van klinische trials.