Priscilla en Aquila

De christelijke kerk, te beginnen met Jezus, had een radicale kijk op de status van vrouwen. Jezus liet zien dat hij vrouwen en mannen, die naar het evenbeeld van God zijn geschapen, gelijkwaardig waardeerde. Lucas geeft duidelijk aan dat Priscilla een “agentschap” heeft en dat zij in een afhankelijke relatie staat tot haar man. Zij is zeker niet Aquila’s eigendom – zoals in de Grieks-Romeinse samenleving gebruikelijk was – maar veeleer zijn partner in de bediening en in het huwelijk”.

Priscilla en Aquila waren tentenmakers, evenals Paulus. Priscilla en Aquila behoorden tot de Joden die door de Romeinse keizer Claudius in het jaar 49 uit Rome waren verdreven, zoals Suetonius schrijft. Zij kwamen terecht in Korinthe. Paulus woonde ongeveer 18 maanden bij Priscilla en Aquila. Daarna ging het echtpaar Paulus vergezellen toen hij verder trok naar Syrië, maar stopte in Efeze in de Romeinse provincie Asia, nu een deel van het moderne Turkije.

In 1 Korintiërs 16:19 brengt Paulus de groeten van Priscilla en Aquila over aan hun vrienden in Korinthe, waarmee hij aangeeft dat het echtpaar in zijn gezelschap was. Paulus stichtte de kerk in Korinthe. Dat hij hen in zijn groet vermeldt, impliceert dat Priscilla en Aquila ook betrokken waren bij de stichting van die kerk. Aangezien in 1 Korintiërs sprake is van een crisis als gevolg van een conflict tussen de volgelingen van Apollos en de volgelingen van Cephas (mogelijk de apostel Petrus), kan worden afgeleid dat Apollos Priscilla en Aquila vergezelde toen zij terugkeerden naar Korinthe. Dit gebeurde vóór 54, toen Claudius stierf en de verdrijving van de Joden uit Rome werd opgeheven.

In Romeinen 16:3-4, waarvan men denkt dat het in 56 of 57 is geschreven, groet Paulus Priscilla en Aquila en verkondigt dat beiden “hun nek hebben geriskeerd” om Paulus’ leven te redden.

De traditie meldt dat Aquila en Priscilla samen de marteldood stierven.

PriscillaEdit

Priscilla was een vrouw van joodse afkomst en een van de vroegst bekende christelijke bekeerlingen die in Rome woonde. Haar naam is een Romeins verkleinwoord voor Prisca, wat haar officiële naam was. Vaak wordt gedacht dat zij het eerste voorbeeld was van een vrouwelijke prediker of leraar in de vroege kerkgeschiedenis. Samen met haar man was zij een gevierd zendelinge, en een vriendin en medewerker van Paulus.

Hoewel deze opvatting niet wijd verbreid is onder geleerden, hebben sommige geleerden gesuggereerd dat Priscilla de schrijfster was van het Boek Hebreeën. Hoewel geprezen om zijn kunstzinnigheid, originaliteit en literaire uitmuntendheid, is dit het enige boek in het Nieuwe Testament waarvan de auteur anoniem is. Hoppin en anderen suggereren dat Priscilla de auteur was, maar dat haar naam werd weggelaten om ofwel het vrouwelijk auteurschap te onderdrukken, ofwel om de brief zelf tegen onderdrukking te beschermen.

Zij is de enige Priscilla die in het Nieuwe Testament wordt genoemd. Het feit dat zij altijd samen met haar man, Aquila, wordt genoemd, onderscheidt haar van verschillende vrouwen die in het katholicisme als heiligen worden vereerd, zoals (1) Priscilla van de Romeinse Glabrio-familie, de vrouw van Quintus Cornelius Pudens, die volgens sommige overleveringen St. Petrus ontving rond AD 42, en (2) een derde-eeuwse maagd-martelaar met de naam Priscilla en ook wel Prisca genoemd.

AquilaEdit

Aquila, echtgenoot van Priscilla, kwam oorspronkelijk uit Pontus en was ook een joodse christen. Volgens de kerkelijke traditie verbleef Aquila niet lang in Rome: de apostel Paulus zou hem bisschop hebben gemaakt in Klein-Azië. De Apostolische Constituties identificeren Aquila, samen met Nicetas, als de eerste bisschoppen van Klein-Azië (7.46).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *