PROJECTIVE TESTS
Een andere methode om de persoonlijkheid te beoordelen is projectief testen. Dit type test is gebaseerd op een van de afweermechanismen die door Freud zijn voorgesteld – projectie – als een manier om onbewuste processen te beoordelen. Tijdens dit soort testen wordt een reeks dubbelzinnige kaarten getoond aan de geteste persoon, die vervolgens wordt aangemoedigd zijn gevoelens, impulsen en verlangens op de kaarten te projecteren door een verhaal te vertellen, een beeld te interpreteren of een zin af te maken. Veel projectieve tests hebben standaardisatieprocedures ondergaan (bijvoorbeeld Exner, 2002) en kunnen worden gebruikt om na te gaan of iemand ongewone gedachten heeft of een hoog angstniveau, of waarschijnlijk wispelturig zal worden. Enkele voorbeelden van projectieve tests zijn de Rorschach Inktvlek Test, de Thematische Apperceptie Test (TAT), de Contemporized-Themes Concerning Blacks test, de TEMAS (Tell-Me-A-Story), en de Rotter Incomplete Sentence Blank (RISB).
De Rorschach Inktvlek Test werd in 1921 ontwikkeld door een Zwitserse psycholoog genaamd Hermann Rorschach (spreek uit als “ROAR-shock”). Het is een serie symmetrische inktvlekkaarten die door een psycholoog aan een cliënt worden voorgelegd. Bij de presentatie van elke kaart vraagt de psycholoog aan de cliënt: “Wat zou dit kunnen zijn?” Wat de testnemer ziet, onthult onbewuste gevoelens en worstelingen (Piotrowski, 1987; Weiner, 2003). De Rorschach is gestandaardiseerd met behulp van het Exner-systeem en is effectief in het meten van depressie, psychose en angst.
Een tweede projectieve test is de Thematic Apperception Test (TAT), in de jaren dertig ontwikkeld door Henry Murray, een Amerikaanse psycholoog, en een psychoanalytica genaamd Christiana Morgan. Een persoon die de TAT aflegt, krijgt 8-12 dubbelzinnige beelden te zien en wordt gevraagd over elk beeld een verhaal te vertellen. De verhalen geven inzicht in hun sociale wereld, onthullen hoop, angsten, interesses en doelen. De vertelvorm helpt de weerstand van een persoon te verminderen om onbewuste persoonlijke details prijs te geven (Cramer, 2004). De TAT is gebruikt in klinische settings om psychologische stoornissen te evalueren; meer recentelijk is het gebruikt in counseling settings om cliënten te helpen een beter begrip van zichzelf te krijgen en persoonlijke groei te bereiken. Standaardisatie van de testadministratie is vrijwel onbestaande onder clinici, en de test heeft de neiging een bescheiden tot lage validiteit en betrouwbaarheid te hebben (Aronow, Weiss, & Rezinkoff, 2001; Lilienfeld, Wood, & Garb, 2000). Ondanks deze tekortkomingen is de TAT een van de meest gebruikte projectieve tests.
Een derde projectieve test is de Rotter Incomplete Sentence Blank (RISB), ontwikkeld door Julian Rotter in 1950 (herinner aan zijn theorie over locus of control, eerder in dit hoofdstuk behandeld). Er zijn drie vormen van deze test voor gebruik bij verschillende leeftijdsgroepen: de schoolvorm, de universiteitsvorm, en de volwassen vorm. De tests omvatten 40 onvolledige zinnen die mensen zo snel mogelijk moeten afmaken. De gemiddelde tijd voor het invullen van de test is ongeveer 20 minuten, aangezien de antwoorden slechts 1-2 woorden lang zijn. Deze test is vergelijkbaar met een woordassociatietest, en net als andere soorten projectieve tests wordt verondersteld dat de antwoorden verlangens, angsten en worstelingen onthullen. De RISB wordt gebruikt bij het screenen van studenten op aanpassingsproblemen en bij loopbaanbegeleiding (Holaday, Smith, & Sherry, 2010; Rotter & Rafferty 1950).
Deze traditionele projectieve tests worden al decennialang gebruikt bij interculturele persoonlijkheidsbeoordelingen. Er werd echter vastgesteld dat testbias hun bruikbaarheid beperkten (Hoy-Watkins & Jenkins-Moore, 2008). Het is moeilijk om de persoonlijkheden en levensstijlen van leden van sterk uiteenlopende etnische/culturele groepen te beoordelen met behulp van persoonlijkheidsinstrumenten die gebaseerd zijn op gegevens van één cultuur of één ras (Hoy-Watkins & Jenkins-Moore, 2008). Wanneer de TAT bijvoorbeeld werd gebruikt met Afro-Amerikaanse testnemers, was het resultaat vaak een kortere verhaallengte en lage niveaus van culturele identificatie (Duzant, 2005). Daarom was het van vitaal belang om andere persoonlijkheidsbeoordelingen te ontwikkelen die factoren als ras, taal en acculturatie onderzochten (Hoy-Watkins & Jenkins-Moore, 2008). Om in deze behoefte te voorzien ontwikkelde Robert Williams de eerste cultureel specifieke projectieve test die ontworpen was om de dagelijkse levenservaringen van Afro-Amerikanen te weerspiegelen (Hoy-Watkins & Jenkins-Moore, 2008). De geactualiseerde versie van het instrument is de Contemporized-Themes Concerning Blacks Test (C-TCB) (Williams, 1972). De C-TCB bevat 20 kleurenfoto’s die scènes tonen van Afro-Amerikaanse levensstijlen. Toen de C-TCB werd vergeleken met de TAT voor Afro-Amerikanen, bleek dat het gebruik van de C-TCB leidde tot een grotere lengte van de verhalen, een hogere mate van positieve gevoelens, en een sterkere identificatie met de C-TCB (Hoy, 1997; Hoy-Watkins & Jenkins-Moore, 2008).
De TEMAS Multicultural Thematic Apperception Test is een ander instrument dat is ontworpen om cultureel relevant te zijn voor minderheidsgroepen, met name Hispanic jongeren. TEMAS – dat staat voor “Tell Me a Story”, maar ook een woordspeling is op het Spaanse woord temas (thema’s) – gebruikt beelden en verhaalsuggesties die betrekking hebben op de minderheidscultuur (Constantino, 1982).