Een typische ryokan heeft een relatief grote hal, met banken en stoelen waar de gasten kunnen zitten en praten; een gemoderniseerde ryokan heeft vaak ook een televisie in de hal. De kamers zijn gebouwd volgens traditionele Japanse methoden: de vloer is tatami, en de deuren zijn schuifdeuren. Zelfs als de herberg scharnierende deuren gebruikt voor de veiligheid, komt deze meestal uit op een kleine ingang waar de gasten hun schoenen kunnen uittrekken alvorens op de tatami vloer te stappen, die dan gescheiden wordt door een schuifdeur. Veel ryokan kamers hebben ook een veranda of balkon, ook afgezet met een schuifdeur.
Bijna alle ryokan hebben gemeenschappelijke badzones of ofuro, meestal gescheiden naar geslacht, waarbij gebruik wordt gemaakt van het water van een warmwaterbron (onsen) als die in de buurt zijn. (Gebieden met natuurlijke warmwaterbronnen hebben de neiging om hoge concentraties van ryokan aan te trekken). Ryokan in het hogere segment bieden soms ook privé-badfaciliteiten. Typisch ryokan bieden gasten een yukata om te dragen, kunnen ze ook spelletjes zoals tafeltennis, en eventueel geta die bezoekers kunnen lenen voor wandelingen buiten.
Bedden is een futon uitgespreid op de tatami vloer. Wanneer gasten voor het eerst hun kamer binnenkomen, vinden ze meestal een tafel en wat benodigdheden om thee te zetten. De tafel wordt ook gebruikt voor maaltijden wanneer gasten die in hun kamer nuttigen. Als de gasten weg zijn, schuift het personeel (meestal nakai genoemd) de tafel opzij en legt de futon klaar.