Sardis

Sardis was een belangrijke antieke stad en hoofdstad van het koninkrijk Lydië, gelegen in West-Anatolië, het huidige Sartmustafa, provincie Manisa in West-Turkije. Door zijn strategische ligging was het een centraal punt dat het binnenland van Anatolië verbond met de Egeïsche kust. In de loop van zijn geschiedenis wisselde de controle over Sardis vele malen, maar het behield altijd een hoge status onder de steden.

De oorsprong van Sardis

Omstreeks 612 v. Chr. werd de grootste stad ter wereld op dat moment, Nineve, belegerd en geplunderd door een geallieerd leger van Perzen, Meden, opstandige Chaldeeërs en Babyloniërs, waardoor er een einde kwam aan het Assyrische Rijk. Deze gebeurtenis gaf vorm aan een nieuwe politieke kaart: Babylon werd het keizerlijk centrum van Mesopotamië en het koninkrijk Lydië werd de dominante macht in West-Anatolië met Sardis als hoofdstad.

Verwijder Advertenties

Advertentie

Het leven van Sardis begon als een op een heuvel gelegen citadel waar de koning van Lydië woonde. De stad ontwikkelde zich tot een stad in twee delen: de benedenstad, gelegen langs de oevers van de rivier de Pactolus, waar de gewone burgers woonden, en de bovenstad voor de welgestelde burgers, de koninklijke leden en het paleis. Herodotus schreef dat de benedenstad een bescheiden plaats was met veel huizen gemaakt van riet uit de rivier en zonder ommuring.

Kaart van Lydië
Kaart van Lydië
door Roke (CC BY-SA)

Relaties met de Griekse wereld

In het westen, had Lydië de Griekse kolonies van Ionië. Na de val van Assyrië was Lydië vrij om zijn aandacht te richten op de Ionische steden, die door Lydië werden overheerst. De Lydische heersers bewonderden echter de Grieken en behandelden de Ionische steden mild. Bovendien betaalde Croesus, de laatste Lydische koning, zelfs voor de bouw van de tempel van Artemis, die een van de zeven wereldwonderen van de antieke wereld werd. Zo bleven de stadstaten aan de Ionische kust en de Lydiërs op vreedzame voet met zeer nauwe culturele en commerciële betrekkingen. Sardis was een centrum voor het verkeer van goederen en ideeën tussen Mesopotamië en de Griekse Ionische nederzettingen, een kruispunt van handel, en een ideale ontmoetingsplaats voor de uitwisseling van ideeën, geloofsovertuigingen, gewoonten, kennis, en nieuwe inzichten. Deze rijke uitwisseling was een van de factoren die de Ionische steden rond 600 v. Chr. in staat stelden uit te groeien tot de intellectuele leiders van de Griekse wereld.

Verwijder Advertenties

Advertentie

Sardis was een centrum voor het verkeer van goederen en ideeën tussen Mesopotamië en de Grieks Ionische nederzettingen.

Herodotus (1.31) beweert dat Sardis bij een gelegenheid werd bezocht door Solon, een beroemde Atheense wetgever en staatsman en een van de zeven spreekwoordelijke wijze mannen van het oude Hellas, die Croesus, de Lydische koning, ontmoette. Deze ontmoeting tussen Solon en Croesus is zeker een fictie: Solon moet, als wij de gangbare chronologie mogen geloven, reeds verscheidene jaren vóór 560 v. Chr. gestorven zijn, het jaar waarin Croesus koning van Lydië werd. Niettemin was Croesus, volgens het verhaal, dolgelukkig met zo’n belangrijke bezoeker en wilde hij graag zijn rijkdom tonen aan de bereisde Solon. Uiteindelijk vroeg Croesus aan Solon wie van alle mannen die hij op zijn reizen had ontmoet, hij de gelukkigste zou noemen. Solon antwoordde: “Tellus van Athene.” Dit maakte Croesus van streek omdat hij verwachtte als eerste genoemd te worden. Solon voegde eraan toe dat Tellus een goed en gelukkig leven had geleid, een mooi gezin had gehad, en glorieus voor Athene in de strijd was gestorven. Croesus was het ermee eens dat dit een goed leven was en vroeg Solon wie hij nog meer tot de gelukkigste mannen zou rekenen die hij had ontmoet, in de hoop dat hij tenminste als tweede zou worden genoemd. Solon antwoordde “Cleobis en Biton”, twee Griekse broers die genoeg middelen hadden om te leven, een goede conditie hadden en eervol waren gestorven. Croesus, nu woedend, riep: “Mijn Atheense gast, kleineert u mijn eigen geluk alsof het niets is? Denkt u dat ik minder ben dan een gewone man?” Solon antwoordde dat niemand gelukkig kan worden bevonden tot zijn dood: “

Perzische controle

Toen Cyrus II, koning van Perzië, in 547 v. Chr. Sardis binnenviel, werd duidelijk dat het ontbreken van een verdedigingsmuur die de benedenstad beschermde, geen verstandige keuze was. De Lydische koning Croesus trok zich eenvoudig terug in de bovenstad, en het Perzische leger controleerde de benedenstad met zeer weinig weerstand. Het Perzische leger vond uiteindelijk een onbewaakte plek in de verdedigingswerken van de citadel, en Sardis kwam voor de volgende twee eeuwen onder Perzische controle.

Liefhebbers van geschiedenis?

Teken in voor onze wekelijkse e-mail nieuwsbrief!

Tijdens de Perzische bezetting veranderde Sardis niet veel: Op de acropolis werd een Perzisch garnizoen gebouwd, terwijl de nederzettingen in de benedenstad ongewijzigd bleven. Een altaar van Artemis wordt door Xenophon genoemd, mogelijk in het zuidelijke deel van de acropolis, in de nederzettingen langs de rivier, waar enige tijd later een tempel voor de godin werd gebouwd.

Toen Sardis eenmaal was ingenomen, bezetten de Perzen ook de Ionische steden. Rond 500 v. Chr. ontsloegen de Ionische steden het Perzische gezag en verklaarden zich onafhankelijk. Dit leidde tot de Ionische opstand met de stad Miletus als leidende staat, het eerste van vele militaire conflicten tussen Grieken en Perzen. Een Grieks leger marcheerde naar Sardis en brandde het tot de grond toe af. Zo meldt Herodotus het voorval:

Toen de Atheners, de Eretriërs en de rest van de bondgenoten in Miletus waren aangekomen en aanwezig waren, organiseerde Aristagoras een expeditie tegen Sardis. massaal trokken zij landinwaarts, met Efeziërs als hun gidsen. Zij reisden langs de rivier de Cayster, staken de berg Tmolus over en kwamen bij Sardis, waar zij de stad veroverden zonder ook maar van iemand weerstand te ondervinden. Zij namen alles in bezit, behalve de acropolis. Want Artaphernes zelf verdedigde de acropolis met een vrij grote troepenmacht.

Hoewel zij de stad hadden ingenomen, waren zij niet in staat haar te plunderen, omdat de meeste huizen in Sardis van riet waren gebouwd en wanneer een soldaat een van deze huizen in brand stak, verspreidden de vlammen zich snel van huis tot huis, totdat zij de gehele stad overspoelden.

Verwijder advertenties

Advertentie

(Herodotus, 5.99-101)

Tempel van Artemis te Sardis door (CC BY-NC-SA)

Er vonden een aantal veranderingen plaats in Sardis nadat de stad zich in 334 BCE overgaf aan Alexander de Grote. Een nieuwe benedenstad werd gebouwd ten noorden van de Akropolis en de oude stad werd geleidelijk verlaten, met als enige uitzondering de Tempel van Artemis en het omliggende gebied, waar een paar burgers bleven wonen. De nieuwe benedenstad had de oost-west weg als as die het binnenland met de kust verbond.

Er werden een aantal hellenistische openbare gebouwen in de nieuwe stad gebouwd, waaronder een stadion en een theater. De stad werd ergens vóór 215 v. Chr. ommuurd, zoals blijkt uit oude berichten dat toen de troepen onder leiding van de Seleucidische heerser Antiochus III Sardis in dat jaar aanvielen, zij door een deel van de stadsmuur bij het theater waren gedrongen. Sardis werd toen het administratieve centrum van de Seleuciden voor de regio Anatolië.

Steun onze Non-Profit Organisatie

Met uw hulp creëren wij gratis inhoud die miljoenen mensen helpt geschiedenis te leren over de hele wereld.

Word Lid

Verwijder AdvertentiesAdvertentie

Romeinse controle

Sardis kwam in 133 v.Chr. onder Romeinse heerschappij. Gedurende deze periode bleef het een belangrijke stad en was het het belangrijkste centrum van een gerechtelijk district dat bijna 30 Lydische en Phrygische nederzettingen omvatte. De stad werd uiteindelijk een provinciale hoofdstad toen Lydië opnieuw werd ingesteld als administratief centrum.

Tacitus maakt melding van een aardbeving die de stad in 17 CE trof:

Remove Ads

Advertisement

Datzelfde jaar vielen twaalf beroemde steden van Azië door een aardbeving in de nacht, zodat de verwoesting des te onvoorziener en angstwekkender was. Evenmin waren er bij zulk een ramp de gebruikelijke middelen om te ontkomen, door zich naar het open land te spoeden, want daar werden de mensen verzwolgen door de gapende aarde. Enorme bergen, zo wordt gezegd, stortten in; wat vlak terrein was geweest, leek te zijn opgehoogd, en branden laaiden op te midden van de ruïnes. Het onheil trof de inwoners van Sardis het meest, en het trok voor hen het grootste deel van de sympathie aan.

(Tacitus, 2.47)

Tijdens de tweede en het begin van de 3e eeuw n.C. breidde de stad zich naar het westen uit. Aan het begin van de 5e eeuw werd een muur gebouwd die 156 hectare omsloot. Toen, in het jaar 616 CE, kwam er een einde aan het leven van Sardis. Een Perzisch leger drong door de Romeinse verdedigingslinies die in Oost-Anatolië waren opgesteld. Spoedig daarna viel een deel van dat gebied aan de Perzen, waaronder Sardis. De vestingwerken van de stad konden niet veel uitrichten om de Perzische troepen tegen te houden, en Sardis werd geplunderd en zo volledig verwoest dat er geen enkele poging tot herstel van de stad is opgetekend. Dit incident betekende het einde van het burgerleven van Sardis. Een militair detachement herwon de citadel in 660 n.C., maar de stad zelf bleef leeg en alle latere verwijzingen naar Sardis hebben betrekking op de burcht op de heuvel, nooit op de stad.

Sardis Vandaag

Sinds 1958 n.C. doen de universiteiten van Harvard en Cornell jaarlijks opgravingen in Sardis. Als onderdeel van deze werkzaamheden is het gymnasium van Sardis gerestaureerd en werd in 1962 de synagoge ontdekt, een gebouw met een lengte van meer dan 91,4 meter (300 voet). Enkele belangrijke vondsten van de archeologische site van Sardis worden bewaard in het Archeologisch Museum van Manisa in Turkije, waaronder vele Romeinse mozaïeken en beeldhouwwerken en aardewerk uit verschillende perioden van de geschiedenis van de stad.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *