Dit hoofdstuk beschrijft de activiteit van adrenochroom en enkele van zijn afgeleide verbindingen. Het effect van adrenochroom wordt eerst beschouwd op eenvoudige systemen, dan op meer complexe systemen, dan op eenvoudige dieren, en tenslotte op het meest complexe dier, de mens. Dieren die adrenochroom toegediend krijgen variëren van spinnen, vissen en duiven tot de zoogdieren, waaronder ratten, katten, honden, apen, en de mens. Het hoofdstuk geeft veel originele gegevens over katten en de mens. Chemisch gezien zijn adrenochroom en adrenolutine zeer reactieve stoffen. Sommige van de door adrenochroom veroorzaakte veranderingen kunnen verscheidene dagen aanhouden, en in sommige gevallen leiden de effecten tot bijna rampzalige resultaten. Twee gevallen van langdurige reacties worden in het hoofdstuk besproken. Er is ook een bespreking van de reactie die meer dan een dag duurde na een enkele toediening van adrenolutine, alsmede van reacties tot een week. De door adrenochroom teweeggebrachte veranderingen in het denken zijn vergelijkbaar met die welke bij schizofrenie worden waargenomen. Adrenochroom veroorzaakt een electieve remming van het proces, dat de inhoud van het associatief denken bepaalt. Dit gebeurt in doses die de labiliteit van basisprocessen niet verhogen, de excitatie niet verminderen en geen tijdelijke verbindingen verliezen zoals het geval is met LSD.