De Vruchtbare Halve Maan, een gebied tussen de rivieren de Tigris en de Eufraat, werd door de oude Grieken Mesopotamië genoemd. Dit betekende “het land tussen de rivieren”. De Vruchtbare Sikkel strekt zich uit van de oostkust van de MEDITERRANE ZEE tot aan de PERSIAN GULF en dankt zijn naam aan zijn vorm. James Breasted, een archeoloog van de Universiteit van Chicago, noemde het voor het eerst de Vruchtbare Sikkel.
Dit gebied omvat het huidige ISRAEL, LIBANON, en delen van JORDAN, SYRIA, IRAK, en het zuidoosten van TURKIJE. Aangenomen wordt dat de beschaving zich het eerst in dit gebied ontwikkelde, wat aanleiding geeft tot de bijnaam “De wieg van de beschaving”. Wetenschappers denken dat de landbouw in deze vruchtbare vallei begon rond 8000 v. Chr. Hier vestigden zich stammen van nomaden, die vroeger jagers en herders waren geweest. Gerst en wilde tarwe waren er in overvloed. Naast de rivieren en het vruchtbare land, leefden in dit gebied vier van de vijf belangrijkste soorten huisdieren: koeien, geiten, schapen en varkens. De andere soort, het paard, leefde in de buurt.
Mensen begonnen vanuit de bergen af te dalen naar de grasrijke hooglanden en vlaktes in Mesopotamië. Tegen 7000 v. Chr. verbouwden de boeren tarwe en gerst en hielden ze gedomesticeerde runderen en varkens. Het klimaat van de Vruchtbare Sikkel stimuleerde de evolutie van vele nieuwe plantensoorten.
Primitieve dorpen strekten zich tegen 6000 v. Chr. uit over de strook van Assyrië tot de rivier de Eufraat. Zij leerden hun gewassen te irrigeren in de drogere delen van de Vruchtbare Sikkel. Tegen 5000 v. Chr. werden er steden gebouwd in het zuidelijke deel van de vallei. De beschavingen van Soemerië, Babylonië, Assyrië en Perzië ontwikkelden zich in de Vruchtbare Halve Maan.
De Soemeriërs arriveerden in de Tigris-Eufraat Vallei rond 3500 v. Chr. Zij kwamen uit Centraal Azië en vestigden zich in het zuiden van Mesopotamië. Zij maakten zich daar meester van het land en de hulpbronnen en ontwikkelden een complexe beschaving. De regio werd bekend als Sumerië. Hier ontwikkelden zich stadstaten, elk geregeerd door een koning. De koning was belast met de bouw van gebouwen en tempels, het onderhoud van irrigatiesystemen, het toezicht op de rechtspraak, en het handels- en defensiebeleid. Aanvankelijk werden deze koningen gekozen, maar later werden hun posities erfelijk. Vanwege het aantal stadstaten waren er vaak spanningen en conflicten tussen de stadstaten. De conflicten gingen vaak over het recht op water of land. Soms probeerde een stadstaat een andere te veroveren.
De Soemeriërs vonden het eerste bekende systeem van schrift uit. Het werd spijkerschrift genoemd en maakte gebruik van een driehoekige schrijfstift om wigvormige tekens in zachte klei te maken. De Sumeriërs ontwikkelden ook de kunst van het bleken en verven van stoffen en van het graveren. Zij ontwikkelden landmeetkundige apparatuur en bouwden dammen en kanalen. Het Sumerische getallensysteem beïnvloedde onze astronomie en onze wijze van tijdmeting, met 60 minuten in een uur en 60 seconden in een minuut.
In 2000 v. Chr. namen de Babyloniërs de controle over de Vruchtbare Halve Maan over. Een van hun bijdragen was Hammurabi’s beroemde wetboek. Ze hadden een goed ontwikkelde literatuur, religie, geschiedenis en wetenschap. Hun getallensysteem was geavanceerder dan het systeem dat wij nu gebruiken. Van de Babyloniërs ontvingen wij de moderne astronomie en algebra. Koning Nebukadnezar bouwde de Hangende Tuinen van Babylon, een van de zeven wereldwonderen. Het Babylonische Rijk duurde tot 538 v. Chr., toen de laatste Babylonische heerser zich overgaf aan Cyrus de Grote van Perzië.
Cyrus werd opgevolgd door zijn zoon, Cambyses, die het PERSISCHE EMPIRE uitbreidde met Egypte. Na zijn zelfmoord kwam Darius I aan de macht. Hij stelde een programma van openbare werken in, een postsysteem, wegenaanleg en een systeem voor het slaan van munten. Hij stelde ook een systeem van maten en gewichten in en bouwde het paleis van PERSEPOLIS, het koninklijk centrum van zijn rijk. Het was gelegen in het zuidwesten van IRAN.
Het Assyrische Rijk is moeilijk aan te wijzen. De Assyriërs, een ras van wrede krijgers, leefden in het noordelijke deel van de Vruchtbare Sikkel. Het eerste Assyrische Rijk duurde slechts ongeveer 50 jaar voordat het in 1760 v. Chr. werd opgenomen in het Babylonische Rijk. De Assyriërs kwamen in de 14e eeuw opnieuw aan de macht en slaagden erin hun grenzen uit te breiden. Van 1070 tot 950 v. Chr. is er weinig bekend over de geschiedenis van Assyrië, maar van 950 tot 609, toen Assyrië ten val werd gebracht, is de geschiedenis goed gedocumenteerd.
De grootste bijdragen van de Assyriërs kwamen in de vorm van oorlogstechnieken en gespecialiseerde apparatuur die gebruikt werd om oorlog te voeren. Ook gebruiken we vandaag de dag nog steeds Assyrische woorden voor veel planten en mineralen. De bijdragen van deze vroege beschavingen en andere hebben niet alleen het gebied van de Vruchtbare Halve Maan beïnvloed, maar de hele wereld.