De uitdrukking “land van melk en honing” is een idiomatische uitdrukking die tegenwoordig wordt gebruikt om te verwijzen naar een plaats vol comfort en luxe. Het wordt vooral gebruikt om de verwachting van zo’n plaats aan te duiden, terwijl de werkelijkheid het in werkelijkheid niet waarmaakt.
We zouden kunnen zeggen: “Hij kwam naar Amerika en verwachtte een land van melk en honing.”
Land van melk en honing is meer een literaire uitdrukking dan een populaire. Dat is terecht, want hij komt uit een van de grootste literaire werken ooit geschreven, de Bijbel. In Exodus, wanneer God Mozes opdraagt zijn volk, de onderdrukte Hebreeuwse slaven van Egypte, uit de slavernij en in de vrijheid te leiden, belooft hij hun een eigen land. Hij vertelt hen niet precies welk land, maar beschrijft het als een land vloeiende van melk en honing.
“En de HERE zeide: Ik heb zekerlijk gezien de benauwdheid Mijns volks, die in Egypte is, en heb hun geroep gehoord vanwege hun werkmeesters; want Ik ken hun smarten;
En Ik ben nedergedaald om hen te verlossen uit de hand des Egyptenaars, en om hen op te voeren uit dat land tot een goed land en een groot land, tot een land vloeiende van melk en honig; tot de plaats der Kanaänieten, en der Hethieten, en der Amorieten, en der Perizzieten, en der Hivieten, en der Jebusieten.” (Exodus 3:8)
De woorden komen nog drie keer voor in Exodus, in Exodus 3:17, 13:5, en 33:3.
Deze woorden komen daarna steeds weer terug in andere boeken, zoals in Numeri 13:27:
“En zij zeiden tot hem, en zeiden: Wij zijn gekomen tot het land, waarheen gij ons gezonden hebt, en het vloeit zeker van melk en honig; en dit is de vrucht daarvan.”
Zo ook in Ezechiël 20:15:
“Doch ook hief Ik Mijn hand tot hen op in de woestijn, dat Ik hen niet zou brengen in het land, dat Ik hun gegeven had. vloeiende van melk en honig, hetwelk is de heerlijkheid aller landen.”
Het komt meer voor in Deuteronomium dan in enig ander boek van de Bijbel.