Discoursanalyse is een onderzoeksmethode voor het bestuderen van geschreven of gesproken taal in relatie tot haar sociale context. Het doel is te begrijpen hoe taal wordt gebruikt in levensechte situaties.
Wanneer je discoursanalyse doet, kun je je richten op:
- De doelen en effecten van verschillende soorten taal
- Culturele regels en conventies in communicatie
- Hoe waarden, overtuigingen en veronderstellingen worden gecommuniceerd
- Hoe taalgebruik zich verhoudt tot zijn sociale, politieke en historische context
Discoursanalyse is een veelgebruikte kwalitatieve onderzoeksmethode in veel geesteswetenschappelijke en sociaal-wetenschappelijke disciplines, waaronder taalkunde, sociologie, antropologie, psychologie en cultuurwetenschappen.
Inhoudsopgave
Waarvoor wordt vertooganalyse gebruikt?
Het uitvoeren van vertooganalyse betekent onderzoeken hoe taal functioneert en hoe betekenis wordt gecreëerd in verschillende sociale contexten. Het kan worden toegepast op elke vorm van geschreven of mondelinge taal, maar ook op non-verbale aspecten van communicatie, zoals toon en gebaren.
Materialen die geschikt zijn voor discoursanalyse zijn onder andere:
- Boeken, kranten en tijdschriften
- Marketingmateriaal, zoals brochures en advertenties
- Zakelijke en overheidsdocumenten
- Websites, forums, berichten en opmerkingen op sociale media
- Interviews en gesprekken
Door deze vormen van discours te analyseren, willen onderzoekers inzicht krijgen in sociale groepen en de manier waarop zij communiceren.
Hoe verschilt discoursanalyse van andere methoden?
In tegenstelling tot linguïstische benaderingen die zich alleen richten op de regels van taalgebruik, benadrukt discoursanalyse de contextuele betekenis van taal.
Het richt zich op de sociale aspecten van communicatie en de manieren waarop mensen taal gebruiken om specifieke effecten te bereiken (bijv.
In plaats van zich te richten op kleinere eenheden taal, zoals klanken, woorden of zinnen, wordt discoursanalyse gebruikt om grotere stukken taal te bestuderen, zoals hele gesprekken, teksten of verzamelingen teksten. De geselecteerde bronnen kunnen op meerdere niveaus worden geanalyseerd.
Niveau van communicatie | Wat wordt geanalyseerd? |
---|---|
Vocabulaire | Woorden en zinsdelen kunnen worden geanalyseerd op ideologische associaties, formaliteit, en eufemistische en metaforische inhoud. |
Grammatica | De manier waarop zinnen zijn opgebouwd (bijv. werkwoordstijden, actieve of passieve constructie, en het gebruik van imperatieven en vragen) kan aspecten van de bedoelde betekenis onthullen. |
Structuur | De structuur van een tekst kan worden geanalyseerd op hoe het nadruk legt of een verhaal opbouwt. |
Genre | Teksten kunnen worden geanalyseerd in relatie tot de conventies en communicatieve doelen van hun genre (bijvoorbeeld politieke toespraken of roddelbladartikelen). |
Non-verbale communicatie | Non-verbale aspecten van spraak, zoals de toon van de stem, pauzes, gebaren en klanken als “um”, kunnen aspecten van de bedoelingen, attitudes en emoties van een spreker onthullen. |
Gesprekscodes | De interactie tussen mensen in een gesprek, zoals beurtwisseling, onderbrekingen en reactie van de luisteraar, kan aspecten van culturele conventies en sociale rollen onthullen. |
Hoe voer je een discoursanalyse uit
Discoursanalyse is een kwalitatieve en interpretatieve methode om teksten te analyseren (in tegenstelling tot meer systematische methoden zoals inhoudsanalyse). Je maakt interpretaties op basis van zowel de details van het materiaal zelf als op basis van contextuele kennis.
Er zijn veel verschillende benaderingen en technieken die je kunt gebruiken om discoursanalyse uit te voeren, maar de onderstaande stappen geven een overzicht van de basisstappen die je moet volgen.
Stap 1: Definieer de onderzoeksvraag en selecteer de inhoud van de analyse
Om discoursanalyse uit te voeren, begin je met een duidelijk gedefinieerde onderzoeksvraag.
Discoursanalyse is een methode die zowel kan worden toegepast op grote hoeveelheden materiaal als op kleinere steekproeven, afhankelijk van de doelstellingen en de tijdschaal van je onderzoek.
Stap 2: Verzamel informatie en theorie over de context
Naar aanleiding van je onderzoek moet je de sociale en historische context vaststellen waarin het materiaal is geproduceerd en bedoeld was om te worden ontvangen. Verzamel feitelijke gegevens over wanneer en waar de inhoud is gemaakt, wie de auteur is, wie het heeft gepubliceerd, en aan wie het is verspreid.
Naast inzicht in de werkelijke context van het discours, kun je ook een literatuurstudie over het onderwerp uitvoeren en een theoretisch kader construeren als leidraad voor je analyse.
Stap 3: Analyseer de inhoud op thema’s en patronen
In deze stap onderzoek je verschillende elementen van het materiaal – zoals woorden, zinnen, alinea’s en de algehele structuur – en relateer je ze aan kenmerken, thema’s en patronen die relevant zijn voor je onderzoeksvraag.
Stap 4: Evalueer uw resultaten en trek conclusies
Als u bepaalde kenmerken aan elementen van het materiaal hebt toegekend, denkt u na over uw resultaten om de functie en betekenis van het gebruikte taalgebruik te onderzoeken. Hier beschouw je je analyse in relatie tot de bredere context die je eerder hebt vastgesteld om conclusies te trekken die antwoord geven op je onderzoeksvraag.