De aarde is een actieve plek vol stormen, snel bewegende rivier- en oceaanstromen, vulkanen, en aardbevingen. Continenten zijn langzaam maar voortdurend in beweging, en de spanningen die in de rotsen worden opgebouwd als gevolg van duwende, trekkende en verdraaiende krachten resulteren uiteindelijk in het plotseling gewelddadig breken van de rotsen. Aardbevingen – d.w.z. plotselinge perioden van schuddende grond – worden veroorzaakt door seismische golven (die het resultaat zijn van de energie die vrijkomt bij het breken en wegglijden van de ene reeks rotsen tegen de andere). Een naschok is de term die wordt gebruikt om een schuddende gebeurtenis te beschrijven die volgt op een aardbeving. Maar wat is een naschok nu precies, en waarin verschilt een naschok van een aardbeving?
Aftershocks zijn zelf aardbevingen, maar ze kunnen beter worden omschreven als de bevingen van lagere sterkte (of met een lagere intensiteit) die volgen op de hoofdaardbeving of de hoofdschok (dat wil zeggen, de grootste aardbeving in een reeks aardbevingen). Wanneer zich een aardbeving voordoet, wordt een deel van de energie die vrijkomt bij de plotselinge breuk van het gesteente overgedragen op het gesteente in de buurt, waardoor de reeds op het gesteente uitgeoefende druk-, trek- en verdraaiingsspanningen nog worden verhoogd. Wanneer deze spanningen te groot worden voor de rotsen, breken ook zij, waardoor een nieuwe ronde van opgehoopte energie vrijkomt en nieuwe breuken in het gesteente ontstaan. Aardbevingen brengen naschokken voort, en naschokken steeds kleinere naschokken. Naschokken zijn meestal het hevigst en komen vaker voor in de uren en dagen die volgen op een aardbeving. Hun omvang en frequentie nemen echter na verloop van tijd af. Hoewel de trillingsintensiteit van de meeste naschokken relatief klein is in vergelijking met die van de hoofdaardbeving, kan zij groot genoeg zijn om reddingsinspanningen te bemoeilijken doordat gebouwen en andere structuren verder worden gedestabiliseerd. Bovendien kunnen naschokken belastend zijn voor de plaatselijke bevolking, die de schade en het verlies aan mensenlevens ten gevolge van de hoofdaardbeving moet verwerken.