Wat zijn de effecten van habitat fragmentatie?
Habitat fragmentatie kan op verschillende manieren een negatieve impact hebben op wilde dieren.
Verlies van totale habitat oppervlakte
Door de vernietiging van habitat hebben soorten minder ruimte om alles te vinden wat ze nodig hebben om te overleven. Zo beslaat het oerbos nu nog maar 2% van het Verenigd Koninkrijk. Dit betekent dat de vele soorten die van deze onvervangbare habitat afhankelijk zijn, maar weinig ruimte hebben om te leven.
Vermindering van de kwaliteit van habitats
Gesnipperde habitats zijn vaak van mindere kwaliteit. Dit staat bekend als het ‘randeffect’. Naarmate een habitat in kleinere stukken wordt opgedeeld, neemt het aandeel van de randen – waar de ene habitat aan de andere grenst – toe.
Terwijl sommige soorten langs de randen van habitats kunnen gedijen, hebben andere soorten moeite om te overleven. Zo zijn bijvoorbeeld soorten die zich hebben ontwikkeld om in het binnenste van een bos te leven, minder geschikt voor de rand daarvan, waar de omstandigheden heel anders zijn. Er zijn tal van voorbeelden van diersoorten die op deze manier worden beïnvloed, variërend van vogels zoals de boomkruiper tot korstmossen en mossen.
Toename van het risico op uitsterven
Fragmentatie beperkt de mobiliteit van in het wild levende dieren. Individuen hebben moeite om zich te verplaatsen tussen habitatgebieden, wat kan leiden tot inteelt en een verlies van genetische diversiteit. Dit vermindert de gezondheid van een populatie op lange termijn, waardoor deze kwetsbaarder wordt voor ziekten en een groter risico loopt uit te sterven.