De westelijke zwarte neushoorn werd in het begin van de 20e eeuw zwaar bejaagd, maar de populatie steeg in de jaren dertig van de vorige eeuw nadat er beschermingsmaatregelen waren genomen. Naarmate de beschermingsinspanningen in de loop der jaren afnamen, nam ook het aantal westelijke zwarte neushoorns af. Tegen 1980 liep de populatie in de honderden. Er zijn geen dieren bekend die in gevangenschap worden gehouden, maar in 1988 werd aangenomen dat er ongeveer 20-30 dieren voor fokdoeleinden werden gehouden. De stroperij ging door en in 2000 waren er naar schatting nog maar 10 over. In 2001 was dit aantal gedaald tot slechts vijf. In 2004 dacht men dat er nog zo’n dertig bestonden, maar later bleek dat dit gebaseerd was op vervalste gegevens.
De westelijke zwarte neushoorn is ongeveer 7 tot 8 miljoen jaar geleden ontstaan. Het was een ondersoort van de zwarte neushoorn. Gedurende een groot deel van de jaren 1900 was zijn populatie de grootste van alle neushoornsoorten met bijna 850.000 individuen. Tussen 1970 en 1992 is de populatie van zwarte neushoorns, inclusief de westelijke zwarte neushoorn, met 96% gedaald. Er wordt geconcludeerd dat stroperij op grote schaal mede verantwoordelijk is voor het uitsterven van de soort, samen met boeren die neushoorns doden om hun gewassen te verdedigen in gebieden dicht bij neushoornterritoria.
De ondersoort werd officieel uitgestorven verklaard in 2011, met de laatste waarneming in 2006 in de Noordelijke Provincie van Kameroen.
In 2006 onderzochten de NGO Symbiose en dierenartsen Isabelle en Jean-François Lagrot met hun lokale teams gedurende zes maanden het gemeenschappelijke zwerfgebied van Diceros bicornis longipes in de noordelijke provincie van Kameroen om de status van de laatste populatie van de westelijke zwarte neushoornsubsoort te beoordelen. Voor dit experiment werd 2500 km patrouille afgelegd zonder enig teken van de aanwezigheid van neushoorns in de loop van zes maanden. De teams hadden geconcludeerd dat de neushoorn was uitgestorven ongeveer vijf jaar voordat hij officieel zo werd verklaard door de IUCN.
Pogingen tot beschermingEdit
Er zijn vele pogingen gedaan om de Westelijke Zwarte en Noordelijke Witte weer tot leven te wekken. Neushoornsperma werd bewaard om vrouwtjes kunstmatig te bevruchten en nakomelingen te produceren. Sommige pogingen waren succesvol, maar de meeste experimenten mislukten om verschillende redenen, waaronder stress en verminderde tijd in het wild.
In 1999 publiceerde het World Wide Fund for Nature (WWF) een rapport genaamd “African Rhino: Status Survey and Conservation Action Plan”. In dit rapport werd aanbevolen om alle nog levende exemplaren van de Westelijke Zwarte Neushoorn te vangen en onder te brengen in een specifieke regio in het huidige Kameroen, om het toezicht te vergemakkelijken en het aantal aanvallen door stropers te verminderen. Dit experiment mislukte als gevolg van corruptie. Er was veel geld voor nodig, en het risico van mislukking was erg groot.
Westelijke Zwarte Neushoorns werden geconserveerd in Nationale Conservatieve Parken, wat hun uitsterven niet tot staan bracht. Om de witte neushoorns te monitoren en te beschermen, richt het WWF zich op beter geïntegreerde netwerken voor het verzamelen van inlichtingen over neushoornstroperij en -handel, meer patrouilles tegen stroperij en beter uitgeruste wetshandhavers voor natuurbehoud. Het WWF zet in heel Afrika een neushoorndatabank op met DNA-analyse van neushoornhoorns (RhoDIS), die bijdraagt aan forensisch onderzoek op de plaats van het misdrijf en voor bewijsvoering in de rechtbank, waardoor vervolgingszaken sterk worden versterkt. Het WWF steunt geaccrediteerde opleidingen in milieu- en misdaadcursussen, waarvan sommige zijn overgenomen door het Zuid-Afrikaanse Wildlife College. In landen als Kenia en Zuid-Afrika zijn speciale aanklagers aangesteld om neushoornmisdrijven te vervolgen in een poging het hoofd te bieden aan de toenemende arrestaties en misdadigers snel voor de rechter te brengen met evenredige straffen.