De botten van de borstkas – namelijk de ribbenkast en de wervelkolom – beschermen vitale organen tegen verwondingen, en geven ook structurele steun aan het lichaam.
De ribbenkast is een van de beste verdedigingsmechanismen van het lichaam tegen verwondingen door stoten. De ribbenkast is flexibel en toch sterk, en beschermt belangrijke vitale organen zoals het hart, de longen en de lever.
In tegenstelling tot de stadslegende en sommige religieuze overtuigingen, hebben vrouwen niet meer ribben dan mannen. Een typische ribbenkast telt 24 ribben.
Elke rib strekt zich uit vanaf het ruggenmerg en omsluit het lichaam in een halve cirkel. De ribben omsluiten vitale organen, zoals de longen, en staan in verbinding met het ribbenkraakbeen aan de voorkant van het lichaam. Dit harde kraakbeen strekt zich uit van het uiteinde van elke rib en sluit aan op het borstbeen.
De onderste drie ribben sluiten echter niet aan op het ribbenkraakbeen. Zij blijven vrij en worden “zwevende ribben” genoemd. Hierdoor kan de mens zijn middel buigen zonder dat de ribben het bekken hinderen.
Het borstbeen (sternum) is een lang plat bot in het midden van de borstkas. Het beschermt het hart en dient ook als verbindingspunt voor het ribbenkraakbeen.
Het sleutelbeen (clavicula) strekt zich uit over de voorkant van de schouder, van het borstbeen tot het schouderblad (scapula). Het wordt vaak gebroken bij auto-ongelukken en sportblessures.
Het schouderblad is een plat driehoekig bot aan de achterkant van de schouder. Het staat in verbinding met het sleutelbeen aan de voorkant van het lichaam. Het is ook verbonden met het schoudergewricht, waarin het schouderblad en het opperarmbeen (humerus), het grote bot van de bovenarm, samenkomen.
De wervelkolom is een zeer belangrijk onderdeel van het menselijk lichaam. De wervelkolom loopt van de hersenen tot het staartbeen en is een zenuwcentrum dat is ingesloten in een reeks van 24 met elkaar verbonden beenderen, wervels genaamd. Elk bot wordt beschermd door een schijf van kraakbeen die fungeert als gewricht en ligament om de wervels met elkaar verbonden te houden.
Als vrouwen ouder worden, verliezen ze botdichtheid door osteoporose, een progressieve botziekte. Dit verlies maakt hen zwak en vatbaar voor traumatische breuken. Supplementen en medicijnen worden doorgaans gegeven om botten te helpen hun massa te behouden.
Osteoporose treft vooral vrouwen boven de 50, omdat vrouwen na hun 35e ongeveer 1 procent van hun botmassa verliezen. Postmenopauzale vrouwen lopen een groter risico omdat het hormoon oestrogeen, dat na de menopauze afneemt, helpt bij de botdichtheid.