De uitwendige ademhaling bij gezonde mannen kent, naast eupneu, zes functioneel actieve varianten met één of meer indices die afwijken van de normale waarden. Hyperpneu en hypopneu worden bepaald door afwijkingen in het algemene zuurstofverbruik die gepaard gaan met adequate veranderingen in pulmonale ventilatie en gasuitwisseling. De remming van de gasuitwisseling in de respiratoire delen van de longen is een typische primaire gebeurtenis van hyperventilatie, een feit dat wordt aangegeven door een daling van de coëfficiënt van zuurstofverbruik en een compensatoire stijging van het minieme ademhalingsvolume tijdens hyperventilatie. De spanning van het ademhalingssysteem is vooral uitgesproken tijdens verhoogd zuurstofverbruik (O2C). Zeer effectieve bradypneu wordt gekenmerkt door een onregelmatige en diepe ademhaling. Er wordt geen spanning van het ademhalingssysteem waargenomen, zelfs niet bij verhoogd O2C. Deze toestand kan worden beschouwd als een genotypische en fenotypische variant van normale ademhaling. De verkregen gegevens kunnen worden gebruikt om de beoordeling van de gasuitwisseling in de ademhalingsgedeelten van de longen te automatiseren.