Symptomen
Sommigen zijn alleen bang voor roofvogels, zoals adelaars, haviken, valken en gieren. Anderen zijn angstig voor vogels die als huisdier worden gehouden, zoals tortelduiven en duiven. In extreme gevallen is het zien van een veer of het horen van het woord “vogel” al genoeg om een paniekaanval te veroorzaken. Ornithofoben vermijden bij voorkeur plaatsen waar veel vogels zijn, zoals parken, musea, dierentuinen, enz.
De meest voorkomende lichamelijke symptomen zijn rillen, schrikken, transpireren, hartkloppingen, oncontroleerbare vocalisaties en huilen. Mensen die aan extreme gevallen van ornithofobie lijden, kunnen een angstaanval ervaren die wordt uitgelokt door het anticiperen op een vogel, in plaats van het zien van een echte vogel. Bovendien kan de fobie zo slopend worden dat mensen zich in hun huis opsluiten.
Waarom zijn mensen bang voor vogels?
In de regel is een negatieve ervaring in het verleden de oorzaak van de ornithofobie. Een andere mogelijkheid is dat de fobie indirect is ontstaan, door het meemaken van een vogelaanval of een zeer negatieve reactie van iemand op de soort. Nog een andere verklaring is dat vogels geen kwaad hebben gedaan, maar gewoon aanwezig waren tijdens een andere traumatische gebeurtenis, zoals een ongeval of een sterfgeval. Bovendien kan ornithofobie het gevolg zijn van verhalen, films of documentaires, waarin vogels werden afgeschilderd als monsterlijke of wrede wezens.
Behandeling
Phobieën zijn niet alleen op zichzelf onaangenaam, maar kunnen verlammend worden, vooral wanneer ze worden gecombineerd met opeenvolgende aandoeningen, zoals algemene angst en depressie. Gelukkig zijn er methoden die mensen met fobieën helpen deze succesvol te bestrijden. Een van de meest effectieve interventies voor ornithofobie is cognitieve gedragstherapie. De procedure wordt geleid door een gediplomeerd psycholoog, en omvat het helpen van iemand om zijn negatieve, irrationele overtuigingen te vervangen door realistische, positieve overtuigingen. Het aantal benodigde sessies hangt af van verschillende factoren, zoals de ernst van de ornithofobie, de bereidwilligheid van de cliënt, enz. De aanpak is gericht op het herkennen van angstsymptomen en het uitvoeren van zelfkalmeringsprocedures. Basistechnieken, zoals diep en langzaam ademen, worden toegepast.
Indien nodig kunnen medicijnen op recept, samen met psychotherapie, helpen bij de behandeling van ornithofobie. Bètablokkers, antidepressiva en benzodiazepinen zijn de 3 meest voorkomende soorten medicatie. Hartkloppingen en rillingen worden onderdrukt met behulp van bètablokkers, terwijl antidepressiva, zoals Zoloft en Paxil, de intensiteit van angstgerelateerde emoties kunnen verminderen. Tot slot zijn benzodiazepinen sterke, maar verslavende middelen tegen angst, die alleen worden voorgeschreven als de andere medicijnen geen effect hebben gehad. Onthoud dat voorgeschreven medicijnen alleen in drastische gevallen moeten worden gebruikt, als laatste redmiddel en in combinatie met psychotherapie, omdat ze kunnen leiden tot ernstige gevolgen voor de gezondheid.