Ze krijgen schrammen, beten en snijwonden en toch lijken ze geen infecties te krijgen
Wayne Boardman, Zoological Society of London
|
Nijlpaarden eten ’s nachts zoveel mogelijk vegetatie als ze kunnen, wanneer ze zijn afgeschermd van de verzengende hitte en de zon. Bij zonsopgang trekken ze zich terug in het water en brengen hun dagen door met rusten, kibbelen en, het belangrijkste, verteren.
“Nijlpaarden zijn in feite gistingsvaten,” vertelde Wayne Boardman, hoofd van de veterinaire dienst van de Zoological Society of London, UK, aan BBC News Online. “Ze zijn aangepast aan het eten van voedsel van slechte kwaliteit, maar om daar voeding uit te kunnen halen, moeten ze gedurende lange perioden kunnen eten.”
Omdat het voor nijlpaarden zo belangrijk is om veel te eten, moeten ze zich van tijd tot tijd in de zon wagen, om bij te komen van hun nachtelijke eetbuien.
Maar een traditionele zonnebrandcrème – zoals bont – is niet praktisch als je de helft van je tijd onder water doorbrengt.
Evolutie’s antwoord
Het antwoord dat de evolutie bedacht was een anti-UV afscheiding, die eerst kleurloos is, dan rood, en uiteindelijk bruin als het pigment polymeriseert.
De zonwerende eigenschap van het zweet werd voor het eerst vermoed omdat albino nijlpaarden vaak worden waargenomen – en ze lijken gezond,” vertelde Kimiko Hashimoto van Kyoto aan BBC News Online.
Dit natuurlijke huidverzorgingsproduct beschermt het nijlpaard niet alleen tegen de zon, het reguleert ook de temperatuur en ontmoedigt de groei van bacteriën.
KEN HET HIPPOPOTAMUS
Grootte: 1.3m schouderhoogte
Massa: 1600-3200kg
Lifespan: 45 jaar
Dieet: herbivoor
Predators: Krokodillen en leeuwen
|
Professor Hashimoto en zijn collega’s hebben monsters van het zweet van nijlpaarden verzameld en onderzocht, om te zien wat het zo bijzonder maakt.
Ze ontdekten dat het uit twee pigmenten bestaat: een rode, die “hipposudorinezuur” wordt genoemd, en een andere oranje, die “norhipposudorinezuur” wordt genoemd.
De wetenschappers denken dat deze twee stoffen worden geproduceerd uit een metaboliet van aminozuren (de bouwstenen van eiwitten).
Beide pigmenten werken als zonblok en het rode, ontdekten ze, is een bijzonder goed antibioticum.
In concentraties lager dan die welke op de huid van het nijlpaard worden aangetroffen, kan het de groei van twee soorten ziekteverwekkende bacteriën remmen. Dit is nuttig voor nijlpaarden, want het zijn vreselijke vechters.
“Nijlpaarden zijn altijd aan het vechten,” zei de heer Boardman. “Je ziet ze in het wild en ze hebben overal wonden.”
Het is dus misschien geen wonder dat de evolutie ze een handig antisepticum heeft gegeven.
De heer Boardman voegde daaraan toe: “Ze krijgen schrammen, beten en snijwonden en toch lijken ze geen infecties te krijgen.”