River

Een rivier is een lintvormig waterlichaam dat door de zwaartekracht bergafwaarts stroomt. Een rivier kan breed en diep zijn, of ondiep genoeg voor een persoon om er doorheen te waden. Een stromend waterlichaam dat kleiner is dan een rivier wordt een beek, kreek of beek genoemd. Sommige rivieren stromen het hele jaar door, terwijl andere alleen in bepaalde seizoenen stromen of als het veel geregend heeft. De grootste rivieren kunnen duizenden kilometers lang zijn. De eroderende kracht van rivieren kan geologische wonderen zoals de Grand Canyon vormen.

Alle rivieren hebben een beginpunt waar het water begint te stromen. Deze bron wordt een bovenloop genoemd. Het beginpunt kan komen van regenval of het smelten van sneeuw in de bergen, maar het kan ook opborrelen uit grondwater of ontstaan aan de rand van een meer of grote vijver. Het andere uiteinde van een rivier wordt de monding genoemd, waar het water uitmondt in een groter waterlichaam, zoals een meer of oceaan. Onderweg kunnen rivieren door wetlands stromen waar planten het water vertragen en verontreinigende stoffen uitfilteren.

Het water dat in rivieren stroomt is zoet, wat betekent dat het minder dan één procent zout bevat. Toch transporteren en distribueren rivieren belangrijke zouten en voedingsstoffen om het planten- en dierenleven te ondersteunen. Daarom zijn sommige van de meest biodiverse habitats op onze planeet te vinden rond rivieren. Wetenschappers schatten dat alle rivieren ter wereld elk jaar ongeveer 3,6 miljard ton zout van het land naar de oceaan transporteren.

Rivieren kunnen ook een estuarium vormen, waar zout zeewater zich met zoet water in de buurt van de riviermond mengt tot “brak water”. De Hudson-rivier in New York, VS, is een voorbeeld van een estuarium waar brak water zich meer dan 241 kilometer stroomopwaarts uitstrekt.

Snelstromende rivieren voeren kiezelstenen, zand en slib mee. Als de rivier langzamer gaat stromen – zoals in een moerasgebied, aan de buitenkant van een bocht, of waar de rivier breder wordt, zoals bij de monding – bezinken deze sedimenten en hopen zich op om delta’s te vormen. Rivieren die buiten hun oevers treden, zetten ook sedimenten af in de omringende uiterwaarden. Deze delta’s en overstromingsvlakten zijn uiterst vruchtbare landbouwgebieden die een enorme waarde bieden aan de omringende bevolking. In Egypte bijvoorbeeld hebben de rivier de Nijl en de aangrenzende delta bijgedragen tot het ontstaan van het Egyptische rijk dat de piramiden heeft gebouwd. Vandaag de dag produceren boeren in het overstromingsgebied van de Central Valley in Californië ongeveer een derde van de groenten en twee derde van het fruit en de noten die in de Verenigde Staten worden geconsumeerd.

Mensen gebruiken rivieren voor irrigatie in de landbouw, voor drinkwater, voor transport, voor de opwekking van elektriciteit via hydro-elektrische dammen, en voor vrijetijdsactiviteiten zoals zwemmen en varen. Elk van deze vormen van gebruik kan van invloed zijn op de gezondheid van een rivier en de omringende ecosystemen. Het monitoren van de gezondheid van rivieren, meren en beken is belangrijk werk dat wordt uitgevoerd door wetenschappers die limnologen worden genoemd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *